Politiek café’s, Montesquieudebatten en Prodemosbijeenkomsten zijn misschien wel voor ouwe mensen en nerds, maar ik ervaar het toch als een lollig element van democratisch burgerschap. Liever dan weer een talkshow met altijd weer diezelfde rechtse roeptoeters woon ik een paneldiscussie tussen Kamerleden en politicologen bij. En nog live ook, een sociale bonus.
Gisteravond bespraken Kees van der Staaij, Joost Sneller, Peter Boomsma en Floor Bremer de omgangsvormen in de Tweede Kamer en het Reglement van orde. Je kon er enige hoop uit putten – we beginnen met z’n allen onderscheid te maken tussen uitingen die vrij horen te zijn en intimidatie, dreigen, haatzaaien, ophitsen, liegen en ondermijnen van democratische instituties. De verantwoordelijkheid van de voorzitter wordt beter gemarkeerd. Kamerleden spreken elkaar aan op onfatsoen. Het reglement heeft een artikel 8.14 (Ieder lid gedraagt zich in de vergadering op een wijze die getuigt van onderling respect, en die geen afbreuk doet aan de waardigheid van de Kamer) dat vast wel helpt, als voorzitters het ook echt gaan handhaven. Steeds meer politici en journalistieke redacties beginnen te begrijpen dat negeren beter werkt dan ophef creëren.
Maar het negeren zou wel verder moeten gaan dan *een* grove uitspraak van *een* parlementariër. Alles en iedereen met enig fatsoen en belang bij democratie en recht zou een cordon sanitaire moeten vormen rond de fascistische groepen en partijen in Nederland. Zolang we blijven doen alsof extreem-rechtse partijen normale democratische politieke partijen zijn schrikken we ons steeds een hoedje als een FvD-er tribunalen aankondigt of Putin ophemelt maar dat hoedje wordt dan elke keer opnieuw een discussie of dit nu onder de vrijheid van meningsuiting valt of niet.
Onze volksvertegenwoordigers spelen naïef. Het moet wel gespeeld zijn want ze zijn niet achterlijk. Maar ze zijn wel doodsbenauwd om stemmers te verliezen, om het verwijt te krijgen dat ze niet naar de stem des volks luisteren of als politiek correcte deugers (of het nieuwste scheldwoord: woke) te kijk te staan. Allemaal angsten die natuurlijk bizar zouden zijn als partijen leiderschap zouden tonen en hun eigen verhaal voor het voetlicht zouden brengen – maar de ene. neoliberale helft hééft geen eigen verhaal en de andere helft blijft hangen in abstracte idealen.
Dankzij de labbekakkerigheid van fatsoenlijke partijen hebben populisten en fascisten kunnen groeien. Wie het nog lastig vindt om fascisme te herkennen, lees het elementaire deeltje van Daniel Knegt. Hij laat mooi de kenmerken van fascisme zien (naast populisme gemengd met een ongelijkheidsideaal ook goedkeuring van geweld, revolutionair herstel van de ‘zuiverheid’ van het volk, ondermijnende tactieken waarmee het parlement, democratisch bestuur, kritische denkers zoals journalisten en wetenschappers in discrediet worden gebracht) en die hoef je maar naast FvD te leggen om in te zien dat fascisme echt niet iets van het verre verleden is.
Er zou vandaag nog moeten worden gestart met een cordon sanitair, dat blijkens onderzoek echt werkt. De aanbevelingen van de commissie-Remkes om het parlementair stelsel te versterken moeten voortvarend worden opgepakt. Met name een wet op politieke partijen heeft haast zodat antiparlementaire partijen zo snel mogelijk verboden kunnen worden of op z’n minst belemmerd. Maar ook wordt het heel hoog tijd dat de schade door overheidsfalen snel en ruimhartig wordt hersteld, dat er wordt geinvesteerd in (geschiedenis- en taal)onderwijs, dat bestaanszekerheid, woonkansen en leefomgeving minder afhankelijk worden van hoge inkomens of vermogens. Gewoon een eerlijker samenleving, eerlijker verdeling van lusten en lasten van de welvaart.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten