vrijdag 29 juni 2018

Integratie



Mijn Syrische pupil – jonger gezicht dan zijn 19 jaar, volle baard, petje, veel blingbling en dure, afgrijselijk lelijke glitterkleding – is een charmeur en een goeie jongen. Hij weet wat hij wil (rijk worden in Nederland), hij werkt hard en hij is altijd beleefd, komt stipt z’n afspraken na. Ook heel prettig is dat hij respect heeft voor andere opvattingen, andere overtuigingen en andere gewoonten dan de zijne. Leven en laten leven zou zijn motto zijn, als ie daar voldoende Nederlands voor zou beheersen. Hij gaat conflicten uit de weg maar is niet bang, en als het moet zegt hij duidelijk waar hij wel of niet van gediend is (tegen opdringerige meisjes die zijn exclusieve aandacht willen, of tegen hebberige horecachefs die hem veel te veel uren willen laten werken). Schattig is zijn onverholen trots op de goedkeuring van de schooljuf, van mij, van z’n stagebegeleider.
Hij laat me een flimpje zien waarin Wilders zegt dat Rutte zich om ‘eigen volk’ zou moeten bekommeren en dat Syrische vluchtelingen naar Saoedi-Arabië zouden moeten. Hij is het volkomen met Wilders eens en bizar genoeg realiseer ik me dat dat heel logisch is voor iemand die de wereld puur langs etnische lijnen beziet. We komen er niet aan toe te bespreken hoe hij zijn eigen positie als Syrische vluchteling in Nederland ziet.
Waar hij anderen respecteert, verwacht hij dat hemzelf net zo alle ruimte toevalt om zijn normen, waarden en gewoonten uit te leven. Hij is gelovig moslim op een nogal traditionele manier: je neemt de Koran letterlijk, er is maar één juiste vorm van islam en het geloof is een leidraad voor het onderscheid tussen goed en fout. Om te kunnen leven met het idee bijvoorbeeld dat Iraanse shi’ieten ‘eigenlijk’ ook moslims zijn, moet hij een ingewikkelde redenering ophangen over de historische vroomheid van Ali en zijn dochter. Het komt niet bij hem op dat er gewoon verschillende interpretaties, mythen en rituelen naast elkaar kunnen bestaan. Sowieso heb ik de grootste moeite om de term mythologie aan hem uit te leggen – als Mohamed naar Jeruzalem is geteleporteerd, dan is dat een historische gebeurtenis, geen verzinsel.
Hij legt me uit wat er verkeerd is aan homoseksualiteit. Als alle mannen alleen nog maar seks met mannen zouden hebben, zou de mensheid uitsterven. Geen greintje begrip als ik riposteer dat dat sowieso irrelevant is omdat de meeste mannen geen homo zijn (over vrouwen gaat het uberhaupt niet), vermoedelijk omdat hij het niet als een persoonskenmerk ziet maar als slecht gedrag. Hij vindt het idee van zoenende mannen walgelijk en het helpt niks dat ik hem voorhou dat er ook heel veel vrouwen zijn waar hij niet mee zou willen vrijen.
Overigens is zijn diep ingebakken seksisme al net zo tolerant en vriendelijk. Maar het is er wel: vrouwen hebben een heel andere positie dan mannen en daar dienen ze zich ook naar te voegen. Maar opnieuw, leven en laten leven, dus iedereen die zich anders gedraagt laat hij met rust. En mij ziet hij vermoedelijk als een buitencategorie (bovendien denk ik dat hij ervan uit gaat dat ik volledig celibatair leef, ik ben immers een ouwe alleenstaande vrouw, ouder nog dan zijn moeder). Ik denk dat hij ontzet zou zijn als hij meer wist over mijn privéleven, maar hij neemt het in ieder geval goed op dat ik alcohol drink, ongelovig ben, blote schouders en blote benen heb en hem, een man, in huis ontvang.
Het gesprek eindigt met de vurig gewenste doodstraf voor pedofielen. Ik geef het op, ik ga hem niet ook nog eens vertellen waarom ik tegen lijfstraffen ben. De kans dat hij ooit een echte Nederlandse burger wordt, met vanzelfsprekende Nederlandse opvattingen over gelijkheid, vrijheid en politiek, lijkt me nihil. Tegelijk kan hij prima een volwaardige Nederlander worden, met zijn mentaliteit van verzuilde tolerantie, geweldloosheid en hard werken. Maar als we pech hebben gebruikt hij zijn stemrecht om Wilders te steunen.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten