Volgens mij heeft
Pieter
Derks gelijk, en is het doel van nepnieuws om verwarring te zaaien, om
mensen onzeker en cynisch te maken. Onzekere mensen zoeken houvast,
duidelijkheid, ze verliezen elke nuance. Ze willen autoriteit en een
zwart-witte werkelijkheid.
Weerbaarheid tegen nepnieuws vraagt om kritisch denken. Dat
kan alleen op basis van kennis en vaardigheden. Om je af te kunnen vragen of
iets plausibel is, moet je feiten kennen: hoeveel immigranten komen er
eigenlijk jaarlijks naar Nederland, hoe zit het belastingstelsel eigenlijk in
elkaar, wat is eigenlijk de rol van de Kamervoorzitter? Sommige feiten zijn
relevanter om nepnieuws te bestrijden dan andere: kennis van geschiedenis,
kennis van rechtsstelsels, kennis van politieke handelingen, kennis van
instituties en grondrechten en de achtergrond van mensenrechtenverdragen.
Burgerschapsonderwijs, cultuuronderwijs, en geschiedenisonderwijs kunnen helpen
om kinderen weerbaar te maken.
Behalve feitenkennis heb je ook argumentatievaardigheden
nodig om kritisch te kunnen denken. Je hoeft niet zelf in staat te zijn om een
ander van een standpunt te overtuigen, als je maar logisch kan redeneren, en
als je de argumenten en redeneringen van een ander maar kan verwerken. Volgt a
uit b? Leidt x tot y? Je hebt er taal voor nodig, en oefening in wis- en
natuurkunde. En misschien ook wel muziek en dansen.
Zonder sociale vaardigheden ben je er nog niet. Je moet je
in een ander kunnen verplaatsen, kunnen begrijpen wat een ander beweegt. Om
kritisch vast te kunnen stellen dat een afzender onbetrouwbaar is omdat hij een
verborgen agenda heeft of omdat zijn belangen niet bij het informeren van het
publiek liggen, helpt het als je de eindeloze schakeringen van menselijk gedrag
kent. Daar heb je literatuur, film, kunst en reizen voor nodig.
Cynisme lijkt op kritisch denken, maar het is vooral een
gebrek aan vertrouwen in afzenders van nieuws en kennis. Een cynicus is niet
zelf in staat om kritisch te denken maar gelooft een ander (niet). Cynisme is
wantrouwen, het heeft weinig met kennis, redeneren of empathie te maken. De
criticus heeft baat bij een divers aanbod van informatie; de cynicus heeft
behoefte aan één gezaghebbend medium.
Wie niet weerbaar is tegen nepnieuws wordt onzeker en
cynisch. Dè minister van informatie-oorlog is de minister van onderwijs en van
cultuur.