Een ontevreden burger laat weten dat hij niet zal gaan
stemmen, want er is “geen een partij die het helemaal met mij eens is”. Politieke
partijen als kledingmerken: je moet de kiezer pleasen en aan goeie marketing
doen, anders word je afgestraft met stemverlies. Daar krijg je one issue-
belangen- en doelgroeppartijen van. Partij voor de dieren, partij voor het
milieu, partij voor de laagbetaalden, partij voor de ouderen, partij voor
allochtonen, partij voor de ontevredenen. Consumentenpartijen die alleen maar
eisen, macht proberen te verkrijgen om een groter stuk van de koek onder hun
achterban te kunnen verdelen. Hoe de koek gebakken wordt doet er niet toe.
Uiteindelijk is er
alleen maar koek om te verdelen als het land bestuurd wordt. Als er partijen
zijn die verschillende ideologieën hebben, verschillende opvattingen over hoe
je welvaart, vrede en eerlijkheid krijgt, maar die dezelfde idealen hebben.
Vrijheid, gelijkheid, vrede. Of vrijheid betekent dat je alles mag doen waar je
niemand mee lastigvalt, of dat het betekent dat niemand je willekeurige
beperkingen op mag leggen alleen maar omdat hij meer macht heeft dan jij, is
dan wel een kwestie van ideologisch verschil, maar hoe je het ook
interpreteert: er is een onafhankelijke rechtspraak nodig om willekeur te
voorkomen. Niet alleen diegenen die macht hebben, hebben recht op vrijheid.
Ook over gelijkheid denken verschillende ideologen verschillend.
Moet iedereen hetzelfde zijn, gaat gelijkheid over gelijke rechten voor
iedereen, of is het een kwestie van herverdeling tussen sociale klassen? Je
hebt er politiek voor nodig om koers te zetten: hoe worden kansen en middelen
verdeeld?
Vrede is het minst omstreden: de afwezigheid van de kans dat
iemand slachtoffer wordt van geweld. We hebben staatsmacht om ons te
beschermen, tegen agressieve buitenlanden, tegen terroristen, tegen criminelen en
tegen gewelddadige familieleden.
Al die consument-kiezers die voor hun eigen belang eerst gaan,
vergeten dat hun belangetjes een bodem nodig hebben. Politieke partijen mogen
wijd uiteenlopende verschillen van opvatting hebben over verdeling en
toedeling, over prioriteiten en over normen, maar ze moeten niet de fundamenten
onder democratie en rechtsstaat ondergraven. Dan zakken we met z’n allen door
de grond.