Mantels A place of
greater security is alles wat ik van een boek wil, lekker dik en fijn
geschreven. Historische roman, politieke thriller en dat ook nog over de
revolutie die ons democratie en mensenrechten bracht. Heerlijk. Maar gek genoeg
drong zich voortdurend een bizarre vergelijking op, met de Discworld novels. Ik
moest mezelf er regelmatig aan herinneren dat ik hier niet zat te grinniken om
een Terry Pratchett en dat is toch wel raar als je je realiseert dat het boek
van Mantel over een echte revolutie gaat waarbij een echte terreur tienduizenden
slachtoffers heeft gemaakt.
De discworld novels zijn geestig omdat ze met het idioom van
phantasy, dus met Flintstone-achtige middeleeuwse parafernalia onze huidige
maatschappij op de hak nemen. In Ankh-Morpork staat geen camera langs de weg om
snelheidsovertredingen vast te leggen, maar een kastje met een gnoom die
snel de kenmerken van een wegpiraat in
een stuk steen beitelt.
Al was de Franse revolutie meer dan tweehonderd jaar
geleden, de wereld die Mantel schetst lijkt vrijwel dezelfde als de onze,
alleen met een wat andere mode. De vraag is natuurlijk of de gelijkenis
voortkomt uit Mantels interpretatie, of uit de logica van menselijk politiek
gedrag in de context van Verlicht Europa. In elk geval spreekt het scherpe
psychologische inzicht over macht en moraal me aan.
Het boek gaat over drie kameraden die een sleutelrol in de
revolutie spelen. Danton is een opportunistische pragmaticus, hij probeert
tegelijk het landsbelang te dienen en zichzelf vooral niet tekort te doen. Hij
verwerft veel macht door slim en af en toe rücksichtlos te manoevreren, maar
zodra hij stopt met dat manoevreren raakt hij de macht en dus ook zijn hoofd
kwijt.
Camille Desmoulins is een recalcitrante kunstenaar,
revolutionair omdat hij nou één keer tegen macht en autoriteit aanschopt. Hij
blijkt onberekenbaar en onbetrouwbaar, dan weer emotioneel, dan weer cynisch.
Door zijn emoties gedreven neemt hij grote risico’s. Als dat goed uitpakt is
hij een held, als het ongelukkig uitpakt is het dom. Hij draagt geen verantwoordelijkheid
voor zijn daden en leeft dan ook bij de gratie van de bescherming door anderen.
De vreemdste figuur is Maximiliaan Robespierre, de
oncorrumpeerbare.
Moralisme vermomd als integriteit en een streven naar
foutloosheid maken hem ongenaakbaar voor kritiek. Verheven boven alles en
iedereen als een messias die het volk wil redden van honger en onderdrukking
projecteert hij de ellende van de wereld op de slechte karakters van zijn
medemensen. Hij gelooft in z’n eigen heiligheid, wordt voortdurend bevestigd in
zijn gezag en daardoor is hij blind voor de noodzaak van politiek: debat en
verschil van inzicht, strijdige belangen, macht en tegenmacht en de matiging
van bevoegdheden.
Het boek is bijna duizend pagina’s dik en dat is nodig ook.
De politieke verwikkelingen, de machinaties van facties en de intriges van
personen vormen een complexe achtergrond voor het belangrijke verhaal van de
afkondiging van de rechten van de mens en de logica waarmee die revolutie tot
een volkomen rechteloos bloedbad leidt. Iedere keer opnieuw, in de inquisitie,
de holocaust, de Goelag en de Culturele Revolutie en Grote Sprong Voorwaards,
dansen we dezelfde dans. De achtergrondmuziek van de war on terror is dezelfde.
Goeie bedoelingen, populisme en macht, zolang mensen geen goden zijn blijft het
een levensgevaarlijke mix.