donderdag 26 februari 2015

Uitspraak



Voetbalmeneer keurt supportersgedrag af: “Ik snap het niet, ik heb er geen begrip voor, en ik begrijp het ook niet”.

zondag 22 februari 2015

Moraal en economie



Het thema van economicsof good and evil spreekt me erg aan maar ik val toch na elke twee bladzijden in slaap. Het engels is keurig maar niet erg spannend of geestig. Inhoudelijk wisselen de bekende onderwerpen af met interessante perspectieven. Ik kende Gilgamesh niet, en had me niet gerealiseerd dat de overgang van natuur naar cultuur, van wild naar georganiseerd, van primitief naar hebzucht, een terugkerend thema in de westerse mythologie is.
Mensen streven altijd naar geluk, maar er worden wel steeds verschillende wegen naar geluk geïdentificeerd. Goed of vroom zijn, presteren, roem, gezondheid, rijkdom en macht, kennis, liefde en dankbaarheid. Sedlacek laat zien dat we een enorme draai hebben gemaakt waarin arbeid iets akeligs en te vermijden narigheid is geworden, terwijl het in het paradijs toch een aangenaam integraal aspect van het mens-zijn was.
In ons cynische en obscene economisch denken van the need for greed wordt niet van geluk maar van nut, belang, voordeel of winst gesproken. Dat zou gelegen zijn in de bevrediging van verlangens. Maar als de verlangens van consumenten bevredigd zouden zijn, zou geen producent meer kunnen groeien en z’n eigen verlangen naar winst en méér kunnen bevredigen. Dus wordt alles in het werk gesteld om verlangen te genereren, om mensen in een permanente staat van ontevredenheid te houden. Met reclame, opvoeding en status zijn de geesten rijp gemaakt voor consumptie, van materiële en immateriële zaken.
Theoretisch gaat economie over nutsmaximalisatie, welvaart en welzijn. Maar in de praktijk draait het neoliberale kapitalisme toch echt om ontevredenheid dus minimalisatie van ons collectieve welzijn. Zonder ontevredenheid (vraag) geen groei, geen aanbod van producten, geen innovatie.
Zelf ben ik groot geworden met dromen en verlangens, en het genieten daarvan. Geen onbereikbare verlangens. M’n dromen vormden uitdagingen en ik zocht, en vond, manieren om ze in vervulling te laten gaan. Waar nodig paste ik de droom aan, evolueerde m’n verlangen aan de hand van m’n ervaring. Maar nadat ik m’n wereldreis gemaakt had, had leren vliegen en had geleerd hoe ik aan kennis kon komen, m’n droombaan mocht vervullen en een tuintje had, voelde ik naast de bevrediging toch ook een gemis. Het gemis van dromen, verlangens, misschien zelfs ambities. Dat is wat een mens in beweging kan zetten, kan doen streven en reiken.
Geluk zit niet in bevrediging. Het zit ‘m werkelijk in de weg ernaar toe.

donderdag 5 februari 2015

Verplichte fietshelm



Een fietshelm heeft een nuttige functie, maar ik vind het vooral een onhandig, onpraktisch, onaangenaam, lelijk, duur en onnodig ding. Onhandig: behalve je fietssleuteltje zou je voortaan altijd en overal een helm meesjouwen. Onpraktisch: doe je je muts erover of eronder, zit je sjaal in de weg als je het kinbandje aan wil trekken. Onaangenaam: het is heerlijk om te fietsen en de wind over je hoofd te voelen. Veel prettiger dan een zweterig stuk plastic op je hoofd. Een lelijk ding dat ook nog je kapsel naar de mallemoer helpt.

Ik maak graag zelf de afweging welke beveiligingsmaatregelen ik tref om mijn persoonlijke risico’s een beetje in de hand te houden. Net zomin als ik met een rollator over  de stoep loop omdat ik wel eens zou kunnen struikelen over een losse tegel, gebruik ik een fietshelm voor die honderdduizenden ritjes naar kantoor, naar de winkel, naar vrienden, sport, kroeg of andere bestemmingen die het eenvoudigst te bereiken zijn met de fiets. Ik heb geen betuttelende overheid nodig die mij als een kleuter behandelt en de keuzes over mijn veiligheid wel voor mij maakt. Doe je jasje aan, zet je helm op!

Helmen verplicht stellen is een ernstig gevalletje van ‘blaming the victim’. Letsel en leed door fietsongelukken kunnen worden beperkt door een goede infrastructuur van wegen en paden, stoplichten en waarschuwingsborden. Door de fietspaden schoon en goed verlicht te houden. Door serieuze handhaving van voorrangs- en snelheidsregels voor auto’s en brommers. Misschien door regels over het maximum vermogen van electrische voertuigen, en over de hardheid van de motorkap van auto’s. Je kan botsingen tussen fietsers en anderen voorkomen met fietsverlichting, handen uitsteken, voorsorteervakken en stoplichten. Maar een helm heeft geen invloed op ongelukken, alleen op de mogelijke schade als gevolg van een ongeluk.

Kom niet aan met de kosten voor de gezondheidszorg! Natuurlijk is het belangrijk om die kosten binnen de perken te houden, zodat we allemaal solidair kunnen blijven met rokers, drinkers, dikkerds, luilakken en dommerds. Ook al is die financiële solidariteit harstikke belangrijk, onze individuele vrijheid is dat ook. De vrijheid om je eigen keuzen te maken, om je persoonlijke waarden hecht aan voor- en nadelen van een helm, om zelf te bepalen welk risico je acceptabel vindt. De vrijheid om je haren in de wind te laten wapperen.

maandag 2 februari 2015

Iran



Geniale serie, ‘Onze man in Teheran’ met een journalist-immigrant die precies de juiste toon vindt. Het is een herhaling van de ervaring die ik twintig jaar geleden in Iran had, dat alles wat je over het land meent te weten wel waar is maar dat er zoveel meer is. Onderdrukking, onwetendheid, griezelige verering van De Grote Leiders, het was er allemaal. Maar behalve de metershoge staatsgraffiti tegen Amerika (in het Engels!) ontmoetten we alleen maar grenzeloze nieuwsgierigheid en verlangen naar het Westen. Naast de flat-hoge billboards met Khomeini en Khamenei beklaagden studenten zich over hun verplichte baard, en konden we muurtegeltjes kopen waarop de leiders zoet stonden afgebeeld tussen roze vogeltjes en blauwe bloemetjes. We babbelden in excellent Engels met studenten in Tabriz, overleefden het meest chaotische verkeer ter wereld in Teheran en dronken thee met nieuwe vrienden aan de rivier (toen nog vol water) in Isfahan. We kochten onze buskaartjes bij een soort socialistische corporaties, wisselden dollar-travellers checks bij de staatsbank waar – zoals overal – vrouwen min of meer afgescheiden van mannen werkten maar wel in dezelfde functies. Als ik achterin een bus tussen de vrouwen in zwarte chadors zat raakte m’n vriendje in paniek omdat hij me niet meer kon onderscheiden, maar ik converseerde ondertussen in m’n beste Frans met ontwikkelde dames die onder hun zwarte lappen beslist hippere outfits droegen dan ik. Van een brute beambte kregen we geen visumverlenging, ondanks ons toneelstukje waarin ik ernstig ziek speelde, en een agressieve hotelmanager had duidelijk door onze spullen gerommeld. Maar het was een fantastisch land, met de schitterendste architectuur die ik ooit gezien heb, met intrigerende mensen en gewoonten en met een hoog ontwikkelde, complexe samenleving.

Het was Asjoera toen we in Zahedan verbleven. Luid huilende mensen die rouwden om de onrechtvaardige moord op Hoessein, mannen die zichzelf met kettingen het bloed uit de rug slaan. Het leek mij geen goed plan om daar als opvallende buitenlanders tussen te gaan staan, dus we misten het fascinerende schouwspel van hysterie, verdriet en woede over een bijna mythische slag die 1300 jaar geleden heeft plaatsgevonden.

Onze man in Teheran begreep er niks van, van al dat verdriet en van het martelaarschap. Hoe kan een vader oprecht blij zijn als z’n zoon is gesneuveld in de oorlog tegen Irak?
Ik denk dat Onze man in Teheran van protestantse huize is, of atheistisch misschien. Als hij katholiek was geweest had hij het allemaal herkend. Katholieken vereren heiligen, die hun heiligheid vaak te danken hebben aan gruwelijk lijden in naam van god. Katholieken draaien hun hand niet om voor een paar stigmata, al dan niet spontaan in handen, polsen en/of voeten verschenen. Het gezeul met zware kruisen, gemene doornkransen op het hoofd en misschien nog een zweepzwaaiende Romein erbij, het gebeurt nog steeds. Katholieken zijn ook zeer bekend met aflaten en ex voto’s, materiële offers in ruil voor wensvervulling. En met een kerkelijke en geestelijke hiërarchie, complexe bureaucratische organisatie, kerkelijke rechtbanken, concilies en hun encyclieken en dogma’s. En mystiek, romantische poëzie, glorifiëring van god en geloof in schitterende gebouwen. Spanningen tussen geestelijke en wereldlijke machten. Snoeiharde inspanningen om vrouwen ondergeschikt te houden. Inquisitie en hypocrisie.

Kom mij niet aan met verbijstering over het Perzisch shi’isme. Het zijn die rare protestanten die niet snappen dat een mens behoefte heeft aan kleur en verhaal, aan emotie en extase, aan gehoorzaamheid en overlevering.