dinsdag 22 juli 2014

Gaza

Er zijn verschillende manieren om de oorlogsmisdaden die Hamas en Israel plegen te framen: als het uitschakelen van een gevaarlijke vijand, als een conflict om macht, territorium en water of als een etnisch-religieus conflict. Als bombardementen hèt antwoord zijn op een serieuze dreiging, is Israel de underdog die niet met zich laat spotten. Als het om macht en recht gaat, zijn de Palestijnen de underdog die ondanks voortdurende onderdrukking, vernedering en uitbuiting over enorme veerkracht beschikken.
Een etnisch-religieus conflict heeft niks te maken met de waarden van een rechtsstaat, met vrijheid, gelijkheid en broederschap, met rechten die mensen hebben ongeacht hun geloof, huidskleur of geboorteplek. Het roept herinneringen op aan de Holocaust en dat mobiliseert de solidariteit van na-oorlogse democratieën met joden en tegen Arabieren, moslims.
Inwoners van Gaza hebben recht op een menswaardig leven ongeacht of ze Christen, atheist of moslim zijn. Ze zouden in vrijheid hun regering moeten kunnen kiezen, of dat nou conservatieve of communistische of liberale politici zijn. En niemand, geen enkele staat, kan verontschuldigen dat hun huizen, hun scholen en ziekenhuizen en fabrieken en winkels worden platgebombardeerd, dat ongewapende burgers in schuilkelders verbranden, onder tonnen beton verpletterd worden, bij explosies uit elkaar gereten worden.
Maar sukkels die het Palestijnse volk en Palestijnse burgers neerzetten als vrome moslims en als alléén moslims, die impliceren dat mensenrechten alleen zouden gelden voor geloofsgenoten, die lopen het risico om iedere solidariteit vanuit de beschaafde wereld, tegen deze barbarij, te verspelen. De beschaafde wereld rouwt om 297 burgers die helemaal niets te maken hadden met de oorlog waarin ze werden vermoord – de reden dat ze ‘onschuldig’ worden genoemd. De verontwaardiging is niet in de eerste plaats omdat het landgenoten of geloofsgenoten zouden zijn. Het gaat om soortgenoten: mensen zoals wijzelf die geen militaire rol spelen in het conflict waarin ze omkwamen. Het had ieder van ons kunnen overkomen.
De meer dan 400 Palestijnen waren net zo onschuldig: ongewapend, onmachtig. Maar als ze perse als brave moslims en Arabieren moeten worden gezien, dan waren ze dus niet zoals wij.

maandag 21 juli 2014

Onrecht

Terwijl ik naar de film Bloody Sunday kijk denk ik aan Gaza. Als de tv naar het nieuws switcht zie ik mensen die huilen om MH17.

Strategie

Bij de overheid denken veel mensen dat strategie iets te maken zou hebben met de toekomst. Strategen zouden de toekomst moeten voorspellen, of er op z’n minst met een paar raak gekozen scenario’s voor moeten zorgen dat de organisatie op de toekomst is voorbereid. Strategie gaat over de lange termijn, het volgende kabinet, alles behalve het hier en nu.
De verwachtingen waren hooggespannen toen een paar jaar geleden ieder organisatieonderdeel z’n eigen strategie-eenheid kreeg. De teleurstelling is daardoor fors: als strategen de toekomst niet kunnen voorzien zijn ze eigenlijk volstrekt irrelevant.
Dat is jammer, want het idee dat strategie iets te maken zou hebben met toekomstverkennen is volgens mij een suf misverstand. Strategen moeten naar mijn smaak ervoor zorgen dat hun organisatie zich optimaal positioneert, maximaal datgene doet waarvoor het bestaat. En dat terwijl de wereld eromheen voortdurend verandert, voortdurend vraagt om nieuwe interacties. Die dynamiek levert risico’s op – jawel, mogelijke problemen in de toekomst – en een strateeg moet de organisatie helpen om die risico’s te onderkennen en er mee om te gaan. Frontaal in de aanval? Negeren? Meebewegen? Waarin zitten ‘m de gevaren en hoe reageert de omgeving op acties vanuit de organisatie? Dáár moeten scenario’s over gaan, en dat speelt heel dichtbij het hier en nu.
Een strateeg moet dus vooral gevoel hebben voor de context, het speelveld, van een organisatie. Kunnen waarnemen en duiden wat daar gebeurt. En dat kan weer alleen maar als je weet waar en hoe je je organisatie in die context moet plaatsen: wat is het voor type organisatie, hoe verhoudt het zich tot andere organisaties en van welke systemen maakt het onderdeel uit, en vooral: wat is de functie, wat zijn de kerntaken en welke opgave heeft de organisatie en wat zijn de waarden van waaruit mensen er werken? Het bekende ‘waartoe zijn we hier op aarde?’.
De toekomst is ongewis. Maar als publieke organisaties strategisch opereren, is er een goeie kans dat de democratische rechtsstaat blijft functioneren in vrede, vrijheid en welvaart.

zaterdag 19 juli 2014

Roth Radetzkymarsch

Voor het eerst maakte ik mee wat mensen bedoelen die Duits zo’n prachtige taal vinden. Het kostte me duidelijk extra moeite om een boek te lezen in een taal die ik nooit heb leren spreken – ik werd als lastige puber de klas uitgestuurd. Maar passief begrip is goed te doen, en Roth schrijft op de één of andere manier eenvoudig, terwijl het nooit simpel wordt. Niet alleen z’n taalgebruik is eenvoudig, ook z’n verhaal, z’n hoofdfiguren, en z’n thematiek. Door de eenvoud krijgt het een enorme kracht.
Gewone soldaat redt instinctief het leven van de keizer, wordt in de adelstand verheven en wordt daarmee geintroduceerd in de complexe moraal van de elite. Zijn zoon is niet belast met eenzelfde ingewikkelde positie in het leven, die wordt in alles het stereotype van de Habsburgse edelman. De manier waarop hij zíjn zoon opvoedt is daar een uiting van. Zoonlief, de luitenant, heeft te weinig ruggegraat om van drank, gokken en een vrouw af te blijven en als hij eindelijk iets dappers doet is dat vooral een onbezonnen daad die hij met de dood bekoopt. Hoe heldendom verwordt tot erfzonde.
Afgezien van de fijne literaire ervaring vond ik het fascinerend om een beeld te krijgen van de Duits-Habsburgse wereld rond de eeuwwisseling. Ik had nooit beseft hoe ontzetted ver weg die wereld van de mijne is, hoe vreemd en bizar, terwijl je het turend door een kaleidoscoop toch herkent als een voorganger van onze werkelijkheid. De absolute waarde van gehoorzaamheid en conformisme, de strikte scheiding van klassen en rangen en beroepen zodat er bijna een soort kastenstelsel bestaat. We kennen het nu niet meer, maar herkennen het wel en als lezer ben je griezelig goed in staat om te begrijpen hoe het werkt.