Ik ben kinderlijk gelukkig met het konijn dat ’s nachts voor me uit rent, de egeltjes in de berm, vliegen met een buizerd. Mijn grote droom is om boven de walvissen te soaren als ze langs de kust bij Newcastle trekken. Leeuwerikgekwetter is puur geluk. Maar onmiddellijk roept die ervaring ook het bewustzijn van de natuurvernietiging op. Ik kan niet naar een ijsvogeltje kijken zonder te beseffen dat het hele land geasfalteerd is. Het lukt me niet te genieten van dolfijnen zonder te weten hoe goor de zeeën vervuild zijn. De rotzooi die we maken is zo enorm dat ik het eenvoudig niet kan bevatten, terwijl de pret van buiten zijn meestal in kleine momenten zit: een schitterende boom, een kikkertje in een plas.
Echt kinderlijke onschuld weet niet van het kwaad. Volwassen Eva begrijpt zelfs dat ze zelf schuldig is. En machteloos.
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten