Een vriend begon meteen smadelijk te lachen toen hij de titel Deskundige overheid zag, volgens hem een contradictie. En dat tekent precies het probleem: het publiek heeft een bijzonder lage dunk van de overheid en dan met name van de deskundigheid. Mensen met meer extreme denkbeelden twijfelen ook veel aan de integriteit binnen de overheid - in beide gevallen heeft men niet het idee dat de overheid een lust in plaats van een last is.
Ik ben ervan overtuigd dat die lage dunk niet alleen een gevolg is van medialogica en extremistische verdachtmakingen, maar ook gewoon door onwetendheid komt. Veel burgers hebben maar weinig direct met de overheid als dienstverlener te maken en negatieve ervaringen, zoals slechte dienstverlening, afhankelijkheid en handhavingsdwang zullen hen mogelijk meer bijblijven dan positieve. Op heel veel vlakken waar het algemeen belang wordt gediend zullen veel burgers dat vanzelfsprekend vinden en niet bedenken wat ervoor nodig is. En om politiek en overheid te begrijpen is inzicht nodig dat weinig burgers hebben. Als gevolg van gebrekkige scholing (wie krijgt er nog staatsinrichting op school?), als gevolg van gebrekkige interesse (waarom zou je je in je vrije tijd verdiepen in zoiets saais als politiek en beleid?), en ook als gevolg van gebrekkige verantwoording (die volledig in Haagse termen en formuleringen gebeurt en zelden op een manier die voor normale burgers te volgen is).
Hoe dan ook, een goeie overheid is cruciaal en goed is in dit verband in elk geval integer en deskundig. Bij de inspectieraad hebben we het over professionalisering maar deskundigheid is eigenlijk beter, raker. De WRR maakt beter duidelijk dan wij dat het niet (alleen) om de vakbekwaamheid van individuele ambtenaren of politici gaat maar vooral om beleid, structuren en cultuur. Kennis en kunde moeten gewaardeerd worden, er moet worden gemonitord op welke vlakken het aan expertise ontbreekt, een brede ambtenarenopleiding ten behoeve van goed ambtenaarschap, ambtelijk vakmanschap is dringend noodzakelijk evenals meer kennis voor politici.
Heel fijn dat de WRR het daarbij niet alleen over wetenschappelijke en technische kennis heeft maar ook over proces- en procedurele deskundigheid, over rolopvattingen en staatkundige verhoudingen en over perspectieven, meningen en belangen van burgers. Ook heel belangrijk dat in dit rapport duidelijk wordt gemaakt dat er niet zomaar een rechte technocratische lijn te trekken is van kennis naar goed beleid. Daarom heb ik het meestal meer over inzicht dan over kennis: allerlei verschillende soorten informatie moeten worden betrokken bij afwegingen, oordelen en besluiten. Precies de reden dat ik het integraal afwegingskader een prettiger benadering vond dan het beleidskompas: een kompas wijst het noorden correct aan, geeft de juiste richting, terwijl een kader een heletruimte omrandt waarbinnen afwegingen moeten worden gemaakt.
Deskundigheid betekent in mijn ogen dat je keuzes kan motiveren, beargumenteren. Daar kan iemand andere argumenten tegenover zetten zodat de uiteindelijke keuzes, besluiten of oordelen scherper en beter worden. Deskundigheid of professionaliteit of verantwoord werken betekent ook dat je leert en leren kan alleen als je open staat voor de mogelijkheid dat iets beter kan of dat een ander iets beter weet dan jijzelf. En beter, dat wijst waarden en hoe meer die worden geëxpliciteerd, dus hoe duidelijker wordt bepaald 'waarvoor je het doet', hoe groter de kans dat je kan vaststellen of je het goed doet.
De WRR maakt helder onderscheid tussen het beschikken over kennis en het benutten van kennis. Mijn werk zit daar precies tussenin. Ik kan wat ik doe benoemen met mooie termen als vraagarticulatie en onderzoeksbegeleiding en kennisvertaling, maar wat ik vooral doe: ik lees dit soort rapporten zodat mijn collega's niet alles zelf hoeven te lezen. En ik vind het heerlijk, zelfs in m'n hangmat op de camping.
vrijdag 8 augustus 2025
WRR, Deskundige overheid
maandag 4 augustus 2025
Pollack, Vandaag is geen dag voor verraad
Al m'n politieke angsten in een roman, nou ja roman is een te blij woord eigenlijk. Fictie, maar bepaald geen vergezochte fictie ben ik bang. Tien jaar geleden zouden we nog denken dat er wel erg veel verbeelding nodig zou zijn om het verhaal te geloven. Ik heb het boek op vakantie gelezen en dan lees ik geen krant, maar desalniettemin maak ik de gebeurtenissen zoals in het verhaal bijna dagelijks mee. De clash van verschillende logica's. Ik ben meer een Werner, die zo gelooft in de abstracte, voorwaardelijke, idealen van democratie en recht dat hij weinig aandacht besteedt aan de praktische en dagelijkse ervaren onrechtvaardigheden die er ondanks de rechtsstaat altijd zijn. Om me heen zie ik dat de meeste mensen juist geen notie nemen van de democratische infrastructuur die onder beleid moet liggen wil er een kans zijn op rechtvaardigheid.
Ik had het boek nog niet uit of ik raakte in een verhitte discussie met een Franse Hongaar die zijn afkeer van Macron letterlijk uitschreeuwde en waarmee ik zo ongeveer alle idealen van gelijkheid en duurzaamheid en eerlijke verdeling deelde, maar die zichzelf als anarchist beschreef en erg overtuigd was dat het doel de middelen heiligt. Toen ik vroeg naar zijn tolerantie voor geweld beweerde hij niet te begrijpen waar mijn vraag vandaan kwam, hij was immers tegen geweld. Dat geloven heel veel Mok- en Rien-achtigen ben ik bang, dat het 'wegsturen' van huidige bestuurders geweldloos en democratisch is omdat 'het volk' het zou willen en omdat de systemen waarmee macht wordt toegedeeld nooit perfect leiden tot honderd procent afspiegeling van dat wat een meerderheid wil. Voor populisten, zeker voor de linkse variant, ligt het sinds Lenin voor de hand om corruptie en uitbuiting en vervuiling te associeren met 'de elite': de rijken, de gepriviligieerden. De analyse begint goed als we vaststellen dat er ongebreideld veel macht is verzameld door enkelen die hun eigen belangen boven een 'algemeen belang' stellen. Maar al gauw wordt de analyse omgedraaid: iedereen die andere opvattingen over het algemeen belang heeft dan jij, hoort dus bij de elite. Van vertegenwoordigers van één van de vele perspectieven in een pluriforme samenleving worden het dissidenten. Een echt rechtvaardige samenleving moet wel homogeen zijn want rechtvaardigheid heeft maar één vorm. Pollack geeft mooi een meer psychologische duiding aan het populisme van extinction rebellionachtige idealisten en bij het lezen voel ik weer de machteloosheid om daar overreding tegenover te stellen.