Genieten van kunst en lezen van boeken en kranten is iets voor deugmensen. Het is elitair en links. Niet in Frankrijk overigens, daar is het patriottisch. Maar in Nederland laten rechtse kabinetten graag zien hoe lekker volks ze zijn, hoe gewoon ze zijn gebleven, hoe goed ze de gewone man kennen. Ze bezweren de woede van boze burgers die schreeuwen en tieren, dreigen en vernielen, met stoere acties tegen musea en theaters. Van ons geen steun of sympathie voor kunstenaars hoor, stel je voor!
In België grepen ze de lockdown aan als een mooie kans om mensen kennis te laten maken met kunst en cultuur – andere vormen van amusement waren gesloten dus wie iets mee wilde maken moest wel naar een museum. Verheffing van het volk, voor je het weet heb je een beschaafder samenleving. Nussbaum legde in Poetic justice uit dat juristen fictie moesten lezen zodat ze zich inleven in andere karakters dan zichzelf en op die manier empathie ontwikkelen voor mensen.
Ik vind het vooral een democratisch belang. Dankzij kunst en literatuur wordt de wereld diverser, creatiever, veelkleuriger en veelvormiger dan de huiskamer waarin je opgroeide. Jij staat niet centraal en jij bent niet de maat der dingen – je bent publiek en je ontdekt dat er kunstenaars zijn die een kijk op de wereld hebben waarvan je niet kon vermoeden dat het mogelijk was. En toch is het waar: je kijkt er naar, het bestaat, het is door iemand bedacht en gemaakt.
Gelijkheid en democratie zijn gefundeerd op het besef van diversiteit en van de relativiteit van jouw persoonlijke perspectief. Met onderwijs kan je leren hoe democratie werkt. Met kunst ervaar je wat gelijkheid ìs.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten