Niet elke gek die met een bijl zwaaiend “God is
groot” roept is een jihadist. En niet elke strijd is moslimterrorisme.
Ik hoor al jaren van ‘strijd tegen kanker’, ‘strijd tegen armoede’,
innerlijke strijd, schoolstrijd en bloed aan de muur
in bestuurskamers. Mijn naam verwijst naar strijd en oorlog, maar
eigenlijk ben ik een conflictmijdend meisje. Jihad betekent strijd, en
toen ik me lang geleden in de islam verdiepte kwam ik interpretaties
tegen van het begrip jihad, en de verplichting om
‘jihad te voeren’, die vooral veel leken op gebed en meditatie, op het
overwinnen van de duivel in jezelf, op het zuiveren van je eigen geest.
Dat neemt niet weg dat er ook gewoon de platte interpretatie was van het
ter hand nemen van zwaarden en andere wapens,
en met geweld het ware geloof afdwingen. Een beetje zoals de
kruisvaarders, inquisitie en imperialisten de oproep tot het brengen van
de blijde boodschap interpreteerden.
Maar daar gaat het me niet om. Het gaat om onze
collectieve neurose om elke gestoorde aandachtzoeker maximaal te
bevredigen door wereldwijd nieuwsbulletins te onderbreken, militairen in
te zetten, wetten aan te scherpen en complete bevolkingsgroepen
te strippen van hun burgerrechten zodra een idioot, geïnspireerd door
cartoons van Wicky de Viking en new age gezangen van salafisten, zich al
schietend stekend en gillend voor de camera’s stort. Als ie maar niet
vergeet om Allah aan te roepen tijdens z’n
grote optreden, het moet wel een beetje geloofwaardig zijn nietwaar.
Aansluiten bij de heersende overtuiging dus, het beeld dat islam en
grotesk geweld één op één met elkaar verbonden zijn.
Als wij niet in staat zijn het onderscheid te maken
tussen berekenende, systematische killers met een politiek doel en de
slimheid om aan de middelen te komen om hun doel te bereiken,
psychiatrische probleemgevallen, en de categorie lone
wolves a la Breivik, Van der Graaf en Mohamed B. zullen we ze niet erg
effectief kunnen bestrijden. Alledrie de soorten griezels niet.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten