Lieve libertair,
'Een' cultuur bestaat niet. Meerdere 'culturen' als statische en scherp afgebakende eenheden bestaan niet. Tenzij je doelt op een smurfencultuur, een kabouterdorp in het fabeltjesbos waarin elk zijn plaats heeft: de loodgieter, de verpleger, de politieagent en de onderwijzer. Een dorp dat klein en primitief genoeg is om geen moderne organisatie en communicatie nodig te hebben: iedereen kent zijn rol en de jaarkalender staat tot in de eeuwigheid vast en als de brug moet worden vernieuwd slaat de timmerman vanzelf aan het bouwen.
Cultuur is een aspect van menselijk samenleven, net als economie en politiek. Ik kan het weten want ik ben op een landsgrens opgegroeid, er stonden grenspalen zowat in de achtertuin.
Er ontstaan wel nationale samenlevingen door de politiek-militaire grenzen en daarmee verbonden gezamenlijke geschiedenis die mensen om territoria hebben getrokken. Maar de cultuur van de mensen die binnen en over die grenzen leven is fluide en dynamisch. Mede dankzij voortdurende migratie en veranderende samenstelling (niet alleen etnisch) van de bevolkingen van verschillende territoria. Gelukkig, vind ik, want ik geloof in ontwikkeling en culturele rijkdom als elementen van beschaving.
Grappig genoeg is de economische groei waar jij zo op hoopt ook nogal gebaseerd op ontwikkeling en verandering, op innovatie en mode en nieuwe markten van vraag en aanbod en niches waarin slimme ondernemers springen.
Uit jouw mail doemt een beeld op van iemand die alle kaarten op die economische groei zet, op materiele rijkdom. En dat in een geatomiseerde, individualistische wereld van competitie en winnaars en verliezers. Voor mij is dat te armoedig. Ik zoek de zin van het leven meer in persoonlijke (zedelijke, morele) ontwikkeling en groei en dat is bijna per definitie een sociale en culturele opgave. Ik kan alleen maar wijzer worden, een beter mens, mijn beste zelf, in sociale relaties. Voor mij geen comfortabel leven op mijn omheinde landgoed maar interactie en ontdekking, emoties en taal. Dat betekent dat ik onderdeel ben van de samenleving op allerlei niveaus: van mijn buren en de stad waar ik leef tot Nederland, Europa, en de samenlevingen die daar doorheen lopen van hanggliders, groenen, mensen die van literatuur houden en andere humanisten. Van oud-collega's die op disco dansen.
Het is mijn persoonlijke eigenbelang dat dat een rechtvaardige en ecologisch duurzame samenleving is. Dat ik kan leven in een wereld met vrijheid, veiligheid, creativiteit, kennis, gezondheid, vrede en natuur.
Omdat vrijwel ieder mens die idealen deelt en tegelijk verschillend invult hoe dat er dan uit zou zien, en omdat zo'n ideaal Utopia ook theoretisch niet kàn bestaan vanwege alle inherente spanningen en conflicten in elke samenleving die niet volkomen homogeen en statisch is, moeten we ons zo organiseren dat we zoveel mogelijk recht doen aan iedereen. Terzijde: ik vraag me af hoe een volkomen homogene samenleving er uit zou zien. Is iedereen daar loodgieter?
Ik ben er van overtuigd dat de spanningen die voortkomen uit diversiteit en verandering alleen op een vreedzame manier tot beschaving kunnen leiden in een democratische rechtsstaat. Daarmee bedoel ik dat besluiten, keuzes en afwegingen, grenzen, doelen en beperkingen, bestuur en verantwoording over de ordening van de samenleving tot stand komen in een voortdurende interactie tussen - in theorie - alle volwassen burgers. Dat is de democratische kant: procedures om macht zo goed mogelijk bij alle leden van de samenleving te leggen.
Om die procedures en die machtsverdeling duurzaam te laten werken zijn er ook instituties nodig die grenzen en kaders bewaken: de rechtsstaat. Als macht niet leidt tot recht, dus als procedures gecorrumpeerd raken, geldt de wet van de sterkste en dat is een vorm van willekeur.
Democratie zal nooit leiden tot absolute gelijkheid - er zullen altijd elites zijn. Alleen al daarom zijn de instituties van de rechtsstaat zo belangrijk: om machtsconcentratie te voorkomen en om een bodem van minimale rechten en rechtsbescherming aan alle burgers te bieden. Dankzij de rechtsstaat zijn diegenen die níét tot een elite behoren niet afhankelijk van de toevallige deugdzaamheid van personen met macht. Dat is in mijn ogen vrijheid: voor je mensenrechten niet afhankelijk zijn van de welwillendheid van een ander of van een meerderheid.