maandag 21 april 2025

Twee koningen

Monarchie en democratie staan op gespannen voet. De macht kan niet tegelijk bij een koning en het volk liggen. Een koning kan ongecontroleerd, zonder verantwoording af te leggen, regeren, terwijl de essentie van democratie nou juist controle op de macht is. De spanning is opgelost door de regeringsmacht te verschuiven van koning naar ministerraad. De koning behoudt zijn onschendbaarheid maar verliest verantwoordelijkheid: zijn rol is voortaan ceremonieel, zonder macht.
Het stelsel kent sindsdien nieuwe rollen: de regering, gedragen door een parlementaire meerderheid, bestuurt het land en legt daarover verantwoording af. Het parlement, in z'n totaliteit, controleert het bestuur. Daartoe zijn er regels en afspraken: parlementaire minderheden hebben allerlei rechten zodat de Kamer zich min of meer als eenheid tegenover de ministers op kan stellen. Op die manier houden parlement en regering elkaar in balans.

Sinds het aantreden van het kabinet-Schoof is de regeringsmacht echter doorgeschoven naar het parlement. Niet de ministers regeren maar een parlementaire meerderheid. Daarmee zijn macht en controle van de macht in één instantie samen gekomen: de slager keurt zijn eigen vlees. Dat gaat niet alleen ten koste van serieuze controle, het gaat vooral ten koste van bestuur.

Na vorming van een regering die, op basis van afspraken over te voeren beleid, het vertrouwen van een Kamermeerderheid krijgt hebben Kamerleden weer ruimte voor hun verschillen van mening. Fr volksvertegenwoordiging is pluriform, de regering is één. Om het land te besturen moet er 'met één mond worden gesproken' anders krijg je inconsistent en onbetrouwbaar bestuur.

Dat is precies wat we nu in Nederland zien, nu de macht naar een Kamermeerderheid is verschoven. De vier coalitiefracties kunnen niet echt besturen omdat ze zich electoraal moeten profileren, ze vertegenwoordigen immers verschillende ideologieen en achterbannen. Tegelijk laten ze geen ruimte aan het parlement als instituut om haar controlerende rol te spelen want dan staan ze tegenover zichzelf.

Ondertussen is niet alleen de koning een ceremoniele figuur geworden die z'n rol gevonden heeft in de onomstreden, samenbindende kant van de staat. Ook de premier en andere ministers dragen geen verantwoordelijkheid meer. Ze nemen geen besluiten maar ze voeren ze uit. Daarmee zijn ze ambtenaar geworden die bovendien niets uit te voeren hebben zolang de coalitiepartijen geen uitvoerbare besluiten nemen. Schoof probeert er nog iets van te maken door ook lintjes door te knippen maar ja, dat deed de koning al.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten