Het was een naar jaar, grotendeels. Ik werd op een schandelijke manier door mijn baas genaaid. Ik brak m'n been. Ik zat maanden in de rotzooi en ik kon echt helemaal niks positiefs ontdekken aan lockdown en reisbeperkingen. Maar overal om me heen zag ik dat het nog veel erger kon en in moeilijke tijden leerde ik toch echt m'n vrienden kennen.
Dus ondanks wat tegenslag op persoonlijk vlak zat 'm daar het probleem niet. Wat echt catastrofaal voelt zijn de politiek en het morele verval. Na decennia als kind in een veilige, eerlijke en vergeeflijke wereld te hebben geleefd en na nog eens decennia als ambtenaar en Nederlander trots te zijn geweest op onze fantastische samenleving, moet ik nu erkennen dat de negatieve gevoelens overheersen. En als dat bij mij al het geval is, hoe zit het dan met mensen die sowieso niet opgroeiden met een overdosis aan vertrouwen?
De arrogantie van een boeklezende Rutte en een kwatschende Hoekstra, de zogenaamde 'intelligente' lockdown, liever meedoen aan pushbacks van vluchtelingen dan mensen fatsoenlijk opvangen, miljarden staatssteun voor asociale bedrijven, ik schaam me voor mijn land.
De toeslagenaffaire, de evacuatie uit Kabul, het opsluiten van bejaarden in verpleeghuizen, de verwaarlozing van cultuur en kunst en onderwijs ten gunste van voetbal en autoraces en budgetvliegen, de steun aan perfide regimes en het racisme. Het subsidieren van Tesla's en daarmee de gigantische natuurvernietiging door Musk en het verdwijnen van de nachthemel mogelijk maken. Het maakt me verschrikkelijk boos.
Bang word ik van het gebrek aan verantwoordelijkheid en leiderschap. Van het eindeloos talmen met milieumaatregelen en van het bevoordelen van de rijken ten koste van de armen - van subsidies aan multinationals in plaats van het steunen van energiebesparende maatregelen in goedkope huurwoningen of het bevorderen van verantwoorde landbouw. Van het in stand houden van marktwerking in de zorg waardoor hele ziekenhuizen failliet kunnen gaan en kwetsbare mensen niet meer kunnen betalen voor hulp die hun leven draaglijker zou kunnen maken. Ik ben bang voor overstromingen, natuurvernietiging, oorlog en corruptie. Ik ben bang voor een nabije toekomst waarin macht en kracht meer opleveren dan recht en fatsoen.
En dat laatste, dat is een zorg die al jaren groeit maar dit jaar was echt een tipping point. Een kabinet dat alleen voor de vorm aftreedt maar vervolgens op geen enkele manier blijkt te leren. Een parlement dat zichzelf machteloos maakt, door gebrek aan samenwerking, gebrek aan mores, gebrek aan gedeelde visie op het algemeen belang, gebrek aan kennis, gebrek aan kunde. Kamervoorzitters die fascisme toelaten. Activisten die niet in debat gaan maar juist debat doodslaan door andersdenkenden de mond te snoeren. Media die daar gebruik van maken door podium te bieden aan gekken en schreeuwers in plaats van kritisch te onderzoeken en te onderwijzen. Burgers die geen idee meer hebben van de betekenis en het belang van grondrechten, van democratische processen, van rechtsstatelijke instituties.
M'n hele leven lang was ik er van overtuigd dat onze welvarende en tolerante, vrije, liberale samenleving weliswaar bestuurd werd door politici waar ik nevernooitniet op zou stemmen en dat er nare elites meer profiteerden dan goed was, maar dat we toch voldoende de basisgedachten rond vrede, schoonheid, gelijkheid en rechtvaardigheid deelden om te verzekeren dat werkelijk iedereen een min of meer goed leven zou kunnen leiden. Dat onrecht en schande niet zouden worden getolereerd en op de een of andere manier afgestraft.
In 2021 zijn me de schellen van de ogen gevallen. Het komt niet meer goed. Als we niet heel erg ons best gaan doen om fatsoen en cultuur, proces en institutie, kennis en moraal te herstellen dan zijn we verloren. Met z'n allen, dat wel.