Als een moderne Machiavelli maant Kribbe ‘Europa’ om slimmer om te gaan met machthebbers als Trump, Erdogan, Putin en Xi. Meteen in die aanduiding – wie wordt er precies gemaand om slimmer te worden? – zit een probleem. Europa is een rechtsgemeenschap waarin niet exact te duiden is wie of welke instantie uiteindelijk besluiten neemt en acties uitvoert. Er zijn eurocommissarissen en er is een Raad van Europa, er zijn regeringsleiders en lidstaten, er is een europarlement en er zijn nationale electoraten. Het maakt het voor Europa niet eenvoudig om zich goed te verhouden tot de VS, China, Turkije en Rusland. In die landen heerst een ‘sterke man’ die snel en éénduidig kan acteren.
Een paar jaar geleden las ik een manuscript van Jos de Beus over populistische leiders à la Berlusconi, waarin De Beus probeerde te verklaren waarom zulke leiders grote groepen kiezers aanspreken. Mijn verbijstering daarover is in de loop van de jaren alleen maar groter geworden en ik lees zowat alles wat los en vast zit over populisme en radicalisering. Het helpt alleen niet.
Kribbe biedt een blik andersom: hij legt uit hoe het werkt vanuit het perspectief van de sterke man. Wat doet zo’n strongman en hoe denkt hij? Het is de blik die ik probeerde te ontwikkelen als student, toen ik me bezighield met ‘torturers and their masters’. Ik geloof nog steeds, nu gesteund door Kribbe, dat democratische en rechtsstatelijke waarden alleen beschermd kunnen worden als we de vijanden begrijpen.
Kribbe begint met duidelijk maken dat strongmen niet immoreel zijn. Hun normen en waarden hebben alleen niet te maken met liberale waarden en de begrenzing van macht. In hun wereld draait alles juist om macht en het zo slim mogelijk inzetten van macht. Dat betekent altijd de eigen belangen in het oog houden, politiek als strijd zien, vertrouwen op persoonlijke relaties in plaats van anonieme instituties, en vooral: succes is een profijtelijke deal. Niks afspraken, niks regels en procedures en diplomatieke beleefdheid.
Aan de hand van vier gedaanten waarin strongmen zich voordoen: de messias, de keizer, de acteur en de duellist. In de portretten die Kribbe langs die lijnen schetst wordt mooi duidelijk waarom strongmen doen wat ze doen, wat belangrijk voor hen is en wat hun normen zijn. Een strongman-type wereldleider zal alleen allianties aangaan, geld besteden, of militair optreden als daar voordeel voor zijn eigen land of zijn persoonlijke positie uit te halen is. En wat hij als voordeel ziet is vrij cru: het gaat om vooral om economische winsten en om machtsmiddelen. Een potje Risk dus. Vrede op aarde en iedereen gelukkig is niet persé een doel – als de eigen achterban maar tevreden is.
Het advies van Kribbe aan de EU is dan ook: zorg dat je zelf niet alleen economische maar ook militaire macht opbouwt en maak jezelf niet langer afhankelijk van andere machtsblokken; weet wanneer je moet duelleren in plaats van vertrouwen op verdragen en instituties; besef dat je geopolitiek vuile handen maakt als je je liberale normen en waarden wil beschermen. Een Europa dat alleen blijft koersen op de eigen superioriteit, staat vernedering en vernieling te wachten. Kribbe maakt een boeiende vergelijking met keizerlijk China, dat ten onder ging omdat de Chinezen niet konden geloven dat ze konden worden verslagen. Naast verdeeldheid, extremisme en anti-Europese bewegingen, provinciaalse politiek van lidstaat-regeringsleiders, te grote terughoudendheid van Duitsland tegenover Europese defensie, de onoplosbare spanning tussen rechtsstaat en machtsstaat, en meer, is de grootste bedreiging voor onze soevereiniteit onze eigen arrogantie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten