maandag 26 september 2016

Stof zijt gij



Swaab krijgt hatemail omdat hij ons met ‘we zijn ons brein’ de illusie van vrije wil (en dus verantwoordelijkheid) af zou nemen. Afgezien van de vraag of hatemailschrijvers überhaupt wel een brein hebben, denk ik dat het niet precies klopt. Ik denk dat mensen die schrikken van Swaabs stelling vooral bang zijn voor de dood – als je persoon, je ego, je identiteit zó stoffelijk is dan is het dus ook weg als je brein vergaat.
En ik denk dat het misschien helpt om niet over illusies te spreken maar over constructen. Natuurlijk bestaan de wil, bewustzijn en identiteit bij de gratie van goed doorbloede hersenen en de manier waarop hersencellen reageren op de omgeving. Dat betekent niet dat zulke ervaringen niet ‘echt’ zouden zijn, ze zijn juist echter dan ooit want materieel. Het betekent ook niet dat ze eigenlijk overbodig zijn. Wat het wel betekent is dat Swaabs stelling aangevuld moet worden met de wereld, de omgeving, met waarneming en met emoties. We zijn niet alleen ons lichaam, dat het brein in leven houdt. We zijn vooral ook wezens met zintuigen, in contact met alles en iedereen om het lichaam heen.
De wisselwerking tussen omgeving en brein is wil, zelf, bewustzijn. Of dat ‘vrij’ is doet er niet toe, levensbeschouwelijk. Misschien juridisch, maar al het recht is sociaal construct en daarom niet minder waardevol. Zonder sociale constructen kunnen mensen niet alleen niet samenleven, we kunnen eenvoudig niet zonder leven. Geen interactie, geen breinvorming. Geen brein, geen mens.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten