“De vervuiler betaalt” was onze leuze na decennia waarin
bedrijven grote winsten konden maken door veiligheidsrisico’s en milieuvervuiling
af te wentelen op anderen. Economen hadden een grote blinde vlek voor ‘externe’
kosten en effecten, en het schuim moest op de beken staan, hele bossen moesten
verzuurd ontbladeren, voordat er democratische meerderheden belangstelling
kregen voor het collectieve goed van een schoon milieu. De puzzel van
ogenschijnlijk strijdige belangen van werkgelegenheid en winst in een vrije
markteconomie, en van bescherming van de natuur, kon mooi worden opgelost door
de natuurbelangen in die markteconomie te integreren: de vervuiler betaalt. Het
prijsmechanisme, vraag en aanbod en druk op innovatie kunnen uitstekend werken
als vervuiling een kostenpost in de productie is en als producenten zulke
kosten doorberekenen aan consumenten, in plaats van werknemers.
Zoals wel meer progressieve, sociale, ideeën kan ook dit
principe worden geperverteerd en omgedraaid in een manier om zwakkeren
bescherming te ontzeggen, burgers hun rechten te ontnemen en repressie door de
staat te versterken.
In België schijnt het gebruikelijk te zijn dat terugkerende
buitenlanders die eerder – tegen hun zin, met dwang – het land zijn uitgezet,
geacht worden de rekening te betalen voor die uitzetting. Inclusief de kosten
van verblijf in een uitzetcentrum. In Nederland wordt al een paar jaar gezonnen
op mogelijkheden om veroordeelden te laten opdraaien voor de kosten van hun
detentie. Om verkeersboetes te betalen moet je ook even de administratiekosten voldoen. De vervuiler, de crimineel, de overtreder, betaalt! Had ie maar geen misdrijf moeten
plegen, had ie maar niet zonder visum naar ons land moeten komen. Het kost de
samenleving, de belastingbetalers, hopen geld om zich te weren tegen criminelen
en illegalen tenslotte.
Een groot verschil met het vervuiler betaaltprincipe is dat de
mensen waar het om gaat weliswaar wetten overtreden, maar ze maken geen winst.
Om hen terug in het gareel te dwingen, om de wet te
handhaven, beschikt de staat over zwaardmacht: de overheid kan macht, geweld en
dwang inzetten tegen burgers die zich niet voegen naar de wensen van de democratische
meerderheid. Dat plaatst die deviante burgers niet buiten de orde, ze blijven
burgers met alle daaraan verbonden rechten. De dwang die de overheid tegen hen
uitoefent, door ze op te sluiten of het land uit te zetten, richt zich heel
precies op het handhaven van specifieke wetten, niet op het geheel buiten de
samenleving plaatsen van de mensen waar het om gaat.
Door individuele burgers de kosten te laten dragen voor
handhavingsacties die gericht zijn tegen hun wetsovertreding, ontken je aan de
ene kant dat wetshandhaving een collectief goed is waarvan de kosten door de
samenleving als geheel gedragen moeten worden, en aan de andere kant doe je net
alsof die specifieke burgers niet bij het collectief horen.
De vervuiler betaalt is een fantastisch principe als het
gaat om de bescherming van collectieve belangen tegen de winstbelangen van
individuele bedrijven. Maar pogingen om alle
kosten van gedrag dat door de meerderheid als onwenselijk wordt beschouwd, te
verhalen op individuen, ontkennen het idee van een samenleving met collectieve
belangen en dus ook collectieve kosten.