Iemand kan wel heel erg zeker van z’n zaak zijn,
heel erg overtuigd van z’n gelijk, dat maakt het nog niet
waarschijnlijker dat hij ook gelijk heeft. Iets is niet waar omdat je
ontzettend gelooft dat het waar is. Kahneman heeft uitvoerig
onderzocht hoe het in onze hoofden werkt, hoe we ons zelf dingen
wijsmaken en hoe we blind kunnen zijn voor rationele werkelijkheden. Als
we bijvoorbeeld iets herkennen, achten we het bewezen. Geen wonder dat
herhaling van een verhaal ertoe leidt dat we het
voor waar aannemen. Zelfs als we onszelf kritisch afvragen of iets
klopt, doen we dat vaak op een eenvoudige manier: het klopt wel of niet.
We laten na om informatie die niet voorhanden is bij de afweging te
betrekken, we verzinnen geen alternatieve scenario’s
om de waarschijnlijkheid van een bepaald verhaal te beoordelen, we zijn
slecht in staat om kansen en hoeveelheden in te schatten.
Ons brein is goed toegerust voor het overleven in
een gevaarlijke wereld vol gevaarlijke beesten met grote tanden, maar we
kunnen minder goed wegen of het plausibel is dat een bericht op tv
gebeurtenissen correct weergeeft. Waar Kahneman
het niet over heeft, is de mogelijkheid dat we onze gebrekkige
waarneming compenseren en hoe we dat dan doen. Ik vermoed dat het tot je
nemen van grote hoeveelheden informatie uit een groot aantal
verschillende bronnen helpt, dat het organiseren van debat
en kritiek helpt, en dat educatie en cultuur, het bevorderen van
creativiteit, helpen.
Dat neemt niet weg dat Kahnemans punt, hoe
langdradig opgeschreven dan ook, van groot belang is. Iedereen die
keuzes maakt, iedereen die beslissingen neemt, heeft er baat bij om te
beseffen dat onze waarnemingen en afwegingen mogelijk biased
zijn. Zeker als iemand beslissingen neemt die gevolgen hebben voor
anderen is het essentieel om daar alert op te zijn.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten