het ultieme boek om je in te lezen in Australië. Bryson schrijft zo grappig dat ik met regelmaat zit te schudden van het lachen, en het is ook nog ns informatief. Dat levert het pijnlijke inzicht op dat Australiërs nauwelijks kennis hebben over hun eigen land en geschiedenis. Het onderwijs en het nieuws hier zijn één grote exercitie in negeren en ontkennen. Misschien zijn er stadse scholen waar kinderen wel leren over de oudste culturen op aarde, over het fascisme van de Britse upper class, over de barbaarse vernietiging van Aboriginals, over vrouwen die uren in de auto wachten omdat ze de kroeg niet in mogen. Australiërs zijn zich er wel van bewust dat ze weinig weten, dat hun perspectief beperkt is, maar ik denk dat nauwelijks erkend wordt dat het ontkennen van misdaden leidt tot morele verrotting. Zoals Nederlanders slavenhandel, kolonialisme en apartheid onder ogen moeten zien, Duitsers de holocaust, witneuzen de vernieling van de wereld, zo blijven racisme en seksisme in Australië doorgaan zolang niemand het monster in de ogen kijkt.
In vier bezoeken aan Australië heb ik één keer een groepje Aboriginals gezien.
donderdag 24 december 2009
zaterdag 19 december 2009
Deel drie Millennium
Het is net als met te snel teveel snoepen, op een gegeven moment komt het je neus uit. Deel twee was eigenlijk het sterkst, spannend en heftig maar nog net bijna geloofwaardig. Deel drie vertelt een te groot verhaal. Alhoewel, ik las vandaag in de krant hoe er in China duizenden verborgen gevangenissen zijn waar petitioners worden opgesloten en mishandeld tot ze beloven geen klacht tegen de overheid in te dienen. Inclusief het schandaal dat naar buiten komt nu een dappere held een naief meisje gered heeft, lijkt het toch wel een beetje op Gerechtigheid van Larsson. Wel een griezelig idee, dat de werkelijkheid mogelijk gruwelijker is dan zo'n thriller.
zondag 13 december 2009
Stieg Larsson, De vrouw die met vuur speelde (Millennium 2)
Zo’n dikke thriller is net snoep. Ik kan me niet beheersen en lees het in één keer uit. Erger nog, ik ben meteen begonnen aan deel drie, terwijl ik juist even een voorraadje leesvoer moet aanleggen voor m’n vlucht volgende week. Niks zo gruwelijk als vierentwintig uur op reis zonder boek.
dinsdag 8 december 2009
Jos van der Lans, Koning Burger
Aardig boekje, makkelijk te lezen zonder dat de analyse al te flauw is. Het is inmiddels wel genoegzaam bekend: de emancipatie van burgers tegenover professionals en overheid is geslaagd, bijgevolg gedragen burgers zich als verwende kinderen, trekken publieke functionarissen zich terug in de schulp van hun kantoren en zijn professionals alleen nog maar bezig zich te verantwoorden. Het leukste stukje van het boek is het einde, waarin Groenlinkser Van der Lans oprecht enthousiast is over het optreden van VVD-stas Mark Rutte.
http://www.josvdlans.nl/journalist/koningburger.asp
http://www.josvdlans.nl/journalist/koningburger.asp
Het diner
"Schaamte over onze premiers was goed beschouwd de enige emotie die de ene Nederlandse regering naadloos met de volgende verbond." Herman Koch, blz. 243. Goed boek, ik heb het in één ruk uitgelezen (in de loop van de ochtend begonnen te lezen, 's avonds voor Het oog uit). Vlot geschreven, spannend, het gaat ergens over en de auteur heeft echt lef. Dan maakt het niet eens uit dat de afloopt een pietsie blubber is, ongeloofwaardig dat de echtgenote zich als een kroegvechtende feeks ontpopt. Een boek voor Kees, genoeg tot Singapore.
zondag 6 december 2009
H.J.A. HOFLAND, column NRC 4 december
Tot de kenmerkendste symbolen van de Nederlandse cultuur horen Rembrandt, Van Gogh, de klomp en de fiets. Rembrandt heeft zijn plein met standbeeld, Van Gogh zijn museum, de klomp is een veelgevraagd artikel in souvenirswinkels, en de fiets heeft niets. Toch verbazen de buitenlandse bezoekers zich hier over de overvloedige aanwezigheid van dit vervoermiddel. De Tsjechische schrijver Karel Capek (1890-1938) zag de fiets als het mechanisme waarmee de Hollander zijn individualisme het best uitdrukt. Dat heeft hij opgeschreven in zijn reisbrieven die in het boek Over Holland zijn gebundeld. Ook toen had hij al gelijk. Overal was Piet Pelle op zijn Gazelle.
Capek heeft trouwens nog meer gelijk gekregen. De fiets heeft het Nederlandse individualisme verder gestimuleerd. Ons fietsend individu rijdt aan de verkeerde kant van de weg, op de stoep, door rood licht, in het pikdonker zonder verlichting, zwaar beladen, met paraplu op door de regen, als hij jong is alleen op zijn achterwiel.
Als er nog eens een nieuw nationaal wapen moet worden ontworpen, mag de fiets daar niet in ontbreken. Beter een fiets dan een leeuw.
En opmerkelijk: dat het volk na de oorlog in toenemende mate gemotoriseerd is geraakt en nu wordt beheerst door ruzies over rekeningrijden, heeft de fiets geen kwaad gedaan. Zie de zich soepel voortbewegende drommen fietsers in het spitsuur, de ontelbare fietsen in rekken, tegen muren, bomen, lantarenpalen. De oorspronkelijke tweewieler heeft steeds meer varianten gekregen: het soort verlengde bakfiets waarin ouders hun kinderen vervoeren, de ligfiets, de fietsen met een bizar frame. We hebben hier een unieke fietsbouwkunst ontwikkeld. Je kunt je geen Nederlands straatbeeld voorstellen zonder deze rijkdom.
Waar veel van hetzelfde wordt geproduceerd ontstaat onvermijdelijk meer afval van hetzelfde. Zo zijn de fietsklonten gegroeid, opeenhopingen van onbruikbaar geworden, vergeten, gestolen, verlaten fietsen. Een paar mooie klonten vallen bijvoorbeeld te bezichtigen op het Leidseplein, aan de kant van het Hirschgebouw en daartegenover, bij de Stadsschouwburg. En nu las ik in Het Parool, in een stuk van Frenk der Nederlanden, dat een mevrouw, Nel Vos, de strijd tegen deze klonten heeft aangebonden. Ze heeft alle mogelijke autoriteiten aangeschreven. Tot dusver vergeefs.
Misschien is er een oplossing. De moderne kunst heeft ons met veel min of meer abstracte monumenten verrijkt. Denk aan De Wimpel schuin tegenover het einde van de Apollolaan of Het Verschijnsel van Pearl Perlemutter, nu in het parkje van het Emmaplein. Maar bij mijn weten hebben we nog geen monument ter ere van de fiets.
Ik stel me voor dat een paar honderd of desnoods duizend onbeheerde fietsen van de straat worden geraapt en ter beschikking van een kunstenaar gesteld (Atelier Van Lieshout of Damien Hirst bijvoorbeeld) met de opdracht daar een monumentale constructie van te maken. Als je een stuk of wat fietsen zonder kunstzinnige bedoelingen op elkaar gestapeld ziet, heeft dat al iets moois. Zet je er een artiest aan, dan kan het niet mislukken.
Het moet vooral hoog en ingewikkeld worden. En waar zou het moeten staan? Op het Museumplein natuurlijk, waar nu die stadsspreuk staat, I amsterdam. Dan zijn we meteen ook van dat steenkolenengels af.
Capek heeft trouwens nog meer gelijk gekregen. De fiets heeft het Nederlandse individualisme verder gestimuleerd. Ons fietsend individu rijdt aan de verkeerde kant van de weg, op de stoep, door rood licht, in het pikdonker zonder verlichting, zwaar beladen, met paraplu op door de regen, als hij jong is alleen op zijn achterwiel.
Als er nog eens een nieuw nationaal wapen moet worden ontworpen, mag de fiets daar niet in ontbreken. Beter een fiets dan een leeuw.
En opmerkelijk: dat het volk na de oorlog in toenemende mate gemotoriseerd is geraakt en nu wordt beheerst door ruzies over rekeningrijden, heeft de fiets geen kwaad gedaan. Zie de zich soepel voortbewegende drommen fietsers in het spitsuur, de ontelbare fietsen in rekken, tegen muren, bomen, lantarenpalen. De oorspronkelijke tweewieler heeft steeds meer varianten gekregen: het soort verlengde bakfiets waarin ouders hun kinderen vervoeren, de ligfiets, de fietsen met een bizar frame. We hebben hier een unieke fietsbouwkunst ontwikkeld. Je kunt je geen Nederlands straatbeeld voorstellen zonder deze rijkdom.
Waar veel van hetzelfde wordt geproduceerd ontstaat onvermijdelijk meer afval van hetzelfde. Zo zijn de fietsklonten gegroeid, opeenhopingen van onbruikbaar geworden, vergeten, gestolen, verlaten fietsen. Een paar mooie klonten vallen bijvoorbeeld te bezichtigen op het Leidseplein, aan de kant van het Hirschgebouw en daartegenover, bij de Stadsschouwburg. En nu las ik in Het Parool, in een stuk van Frenk der Nederlanden, dat een mevrouw, Nel Vos, de strijd tegen deze klonten heeft aangebonden. Ze heeft alle mogelijke autoriteiten aangeschreven. Tot dusver vergeefs.
Misschien is er een oplossing. De moderne kunst heeft ons met veel min of meer abstracte monumenten verrijkt. Denk aan De Wimpel schuin tegenover het einde van de Apollolaan of Het Verschijnsel van Pearl Perlemutter, nu in het parkje van het Emmaplein. Maar bij mijn weten hebben we nog geen monument ter ere van de fiets.
Ik stel me voor dat een paar honderd of desnoods duizend onbeheerde fietsen van de straat worden geraapt en ter beschikking van een kunstenaar gesteld (Atelier Van Lieshout of Damien Hirst bijvoorbeeld) met de opdracht daar een monumentale constructie van te maken. Als je een stuk of wat fietsen zonder kunstzinnige bedoelingen op elkaar gestapeld ziet, heeft dat al iets moois. Zet je er een artiest aan, dan kan het niet mislukken.
Het moet vooral hoog en ingewikkeld worden. En waar zou het moeten staan? Op het Museumplein natuurlijk, waar nu die stadsspreuk staat, I amsterdam. Dan zijn we meteen ook van dat steenkolenengels af.
Arnold Cornelis, Logica van het gevoel
Erg gemengde gevoelens over dit boek. Er is vrijwel niks nieuws aan de boodschap, tegelijk is het goed dat deze invalshoek op kennis zo uitvoerig en degelijk in één boek is gesteld. Het is geschreven in een verschrikkelijke stijl, de auteur moet continu flink stoned zijn geweest. Toch is het snel te lezen, omdat je niet zin voor zin hoeft te lezen maar met je aandacht over de pagina’s heen kan vliegen. Ik denk dat dat komt omdat je de draad niet kwijt kan raken, want die is er nauwelijks. Ontzettend taalgebruik ook: ‘releveren’! ‘middenleven crisis’! Heel erg.
Ik kan me absoluut niet voorstellen dat dit boek een ‘sensatie’ was. Als je het uit hebt haal je je schouders op. Het is een verzameling open deuren die worden ingetrapt met behulp van willekeurige krentjes uit de geschiedenis, filosofie en psychologie. En toch.
En toch. Niet alleen is het systematiseren van logica in drie bestaanssystemen: het natuurlijke systeem, het sociale regelsysteem en het communicatieve systeem, erg handig. Mooier nog is een stelling waar het hele boek omheen is gebouwd: de zin van het menselijk bestaan moet gezocht worden in leren.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Arnold_Cornelis
Ik kan me absoluut niet voorstellen dat dit boek een ‘sensatie’ was. Als je het uit hebt haal je je schouders op. Het is een verzameling open deuren die worden ingetrapt met behulp van willekeurige krentjes uit de geschiedenis, filosofie en psychologie. En toch.
En toch. Niet alleen is het systematiseren van logica in drie bestaanssystemen: het natuurlijke systeem, het sociale regelsysteem en het communicatieve systeem, erg handig. Mooier nog is een stelling waar het hele boek omheen is gebouwd: de zin van het menselijk bestaan moet gezocht worden in leren.
http://nl.wikipedia.org/wiki/Arnold_Cornelis
dinsdag 1 december 2009
politietop
De politietop komt bij elkaar om te bespreken hoe het gezag herwonnen kan worden. Nog even los van de vraag of het echt wel zo slecht gesteld is met het gezag van de politie, lijkt het mij nogal simpel. Wees professioneel, geef het goede voorbeeld en vooral: wees onkreukbaar.
De politie lijkt me behoorlijk professioneel. Als je ze in actie ziet, of leest over politie-optreden, ziet het er naar uit dat agenten heel goed weten wat ze doen. Dat er zo weinig boeven gevangen worden, nog erger, dat er koeien van fouten worden gemaakt waardoor boeven vrijuit gaan, dat is niet aan de politie te wijten maar aan het OM. Toch?
Met het goede voorbeeld gaat het wat minder. Niet alleen vallen politieagenten erg op als slechte verkeersdeelnemers, ze schijnen ook flink wat ongelukken te veroorzaken. In het verkeer zijn ze wel erg zichtbaar, dus dáár zou het voorbeeldgedrag moeten worden vertoond.
Nou slaat dat allemaal op de dienders, het ‘blauw op straat’. Maar de krantenkoppen van de afgelopen week gingen over de top, de dames en heren die bij elkaar zitten om te bespreken hoe het gezag hersteld kan worden. De mensen die zich als bankdirecteuren gedragen, voor wie integriteit betekent dat ze niet gepakt worden.
Als je zo opzichtig naar geld graait, zo het onderste dubbeltje uit de kan haalt, dan werk je blijkbaar niet bij de politie omdat je meent een bijdrage aan de maatschappij te kunnen leveren. De hebzucht maakt duidelijk dat het gaat om carrière, persoonlijk gewin. De politietoppers worden niet gemotiveerd door het publiek belang, maar door luxe en status. Ze kunnen zich, net als bankdirecteuren, verschuilen achter de regels, en zich laten kennen als hypercalculerende slimmerikken. Dat zijn geen toppers, dat zijn hebberds.
De politie lijkt me behoorlijk professioneel. Als je ze in actie ziet, of leest over politie-optreden, ziet het er naar uit dat agenten heel goed weten wat ze doen. Dat er zo weinig boeven gevangen worden, nog erger, dat er koeien van fouten worden gemaakt waardoor boeven vrijuit gaan, dat is niet aan de politie te wijten maar aan het OM. Toch?
Met het goede voorbeeld gaat het wat minder. Niet alleen vallen politieagenten erg op als slechte verkeersdeelnemers, ze schijnen ook flink wat ongelukken te veroorzaken. In het verkeer zijn ze wel erg zichtbaar, dus dáár zou het voorbeeldgedrag moeten worden vertoond.
Nou slaat dat allemaal op de dienders, het ‘blauw op straat’. Maar de krantenkoppen van de afgelopen week gingen over de top, de dames en heren die bij elkaar zitten om te bespreken hoe het gezag hersteld kan worden. De mensen die zich als bankdirecteuren gedragen, voor wie integriteit betekent dat ze niet gepakt worden.
Als je zo opzichtig naar geld graait, zo het onderste dubbeltje uit de kan haalt, dan werk je blijkbaar niet bij de politie omdat je meent een bijdrage aan de maatschappij te kunnen leveren. De hebzucht maakt duidelijk dat het gaat om carrière, persoonlijk gewin. De politietoppers worden niet gemotiveerd door het publiek belang, maar door luxe en status. Ze kunnen zich, net als bankdirecteuren, verschuilen achter de regels, en zich laten kennen als hypercalculerende slimmerikken. Dat zijn geen toppers, dat zijn hebberds.
Abonneren op:
Posts (Atom)