donderdag 2 april 2009

Leviathan

Ook al ben ik niet zo’n bangerik, er zijn toch een hoop gevaren om rekening mee te houden. Het is misschien wel het belangrijkste wat je leert bij het opgroeien: vuur doet pijn en als je te hoog in de boom klimt val je ook diep. Niet met vreemde mensen meegaan, grote honden niet vrolijk aan hun oren trekken, je fiets op slot zetten en je spaargeld naar een nette bank brengen.
Nu ben ik volwassen en ik kan het allemaal. Ik doe m’n riem om in de auto, ik eet geen kankerverwekkende patat, koop geen buitendijks huis en ik begin niet te schelden tegen een groepje brommerjochies die me uit m’n slaap houden. En dan is er natuurlijk nog de overheid. De overheid, die er primair is voor de veiligheid, voor het beschermen van individuele burgers tegen gevaren die we niet individueel de baas kunnen. Hobbes legde al uit waarom er een overheid is: om ons te beschermen tegen collectieve gevaren.

Tot mijn schrik zie ik echter dat de overheid inmiddels het grootste gevaar ìs. Terwijl wij, burgers, onze veiligheid aan de overheid hebben toevertrouwd: bescherm ons tegen overstroming en hongersnood, tegen vijandelijke buurlanden en tegen oplichters en fraudeurs. Maak recht wat krom is, herstel de orde, bestraf criminelen en organiseer het maatschappelijk verkeer zodat we elkaar niet tot last zijn.

Vooral dat laatste, dat organiseren van de samenleving, gebeurt met regels, ge- en verboden, voorwaarden en eisen. Die allemaal gehandhaafd worden met aanwijzingen en sancties. Om te voorkomen dat we elkaar doodrijden moet iedereen rechts houden en wie dat niet doet krijgt een boete.

Nou is het bij de overheid mode om te proberen te voorkómen dat er sancties opgelegd moeten worden. Het is natuurlijk veel doelmatiger als mensen zich ‘uit zichzelf’ aan de regels houden. De overheid gaat dus ‘slim’ regelen, en dat doet ze door te onderzoeken welke burgers zich waarschijnlijk niet aan de regels zullen gaan houden. En die burgers, de risicogroepen, die worden bestookt met ‘preventief beleid’.

Het is veel makkelijker om burgers in categorieën in te delen, dan om beleid te maken dat de gewenste uitkomsten heeft zonder van burgers aanpassing aan de overheid te vragen. Makkelijker, en goedkoper, is het om alle informatie die je over burgers hebt op een rijtje te zetten en dan als een ware homeopaat de symptomen van deviant gedrag te bepalen. Kerkse christenen slaan hun dochters, kinderen van gescheiden ouders doen aan winkeldiefstal, rokers claimen hoge ziektekosten.

Iedereen die niet in het ideaalbeeld past van de oplettende, brave, Nederlands sprekende, opgeleide, zelfredzame, verantwoordelijke, middenpartij-kiezende, gezond etende en vooral gematigde, burger past, wordt onderwerp van preventief overheidsbeleid. De overheid wil al die devianten er toch toe bewegen zich te conformeren aan datgene wat gedefinieerd is als ‘de samenleving’. Iedereen die niet bij de groep ideale burgers past, hoort eigenlijk ook niet echt bij de samenleving. Hij/zij moet er bij gaan horen, of je wil of niet. De overheid definieert de samenleving, definieert de burger, en definieert integratie: wat moet je doen en hoe moet je zijn om erbij te horen? Dat is het grootst denkbare gevaar, de grootste aantasting van de veiligheid van individuele burgers: onze individuele vrijheid, onze eigen identiteit, wordt ons ontzegd.

Geen opmerkingen:

Een reactie posten