Democratie en rechtsstaat zijn ideeën. Het zijn heel goeie ideeën omdat ze ervoor zorgen dat de macht van de staat voor bescherming van alle inwoners ingezet wordt. Het zijn beschaafde ideeën. Iedereen deelt in het algemeen belang. Daardoor krijgen mensen een serieuze kans op vrede, veiligheid, vrijheid, ontwikkeling.
Met instituties, functionarissen, procedures, organisaties en regels worden democratie en rechtsstaat geconstrueerd tot iets concreets. Historische ervaring zorgt voor gemeenschappelijke beelden over de aard en het belang ervan: legitimiteit.
Het allerbelangrijkst om de ideeën van democratie en rechtsstaat reëel te maken zijn omgangsvormen. Democratie en rechtsstaat bestaan bij de gratie van beschaving, van het respect voor anderen en het naleven van sociale normen. Justitia is geblindoekt omdat mensen van elkaar verschillen en dat gegeven mag geen invloed hebben op de rechten van al die verschillende mensen.
Voorkomendheid, hoffelijkheid en oprechtheid maken het debat mogelijk. Elkaar overtuigen met argumenten lukt alleen als iedereen het er over eens is wat een feit is, wat een logische redenering is, en als iedereen dezelfde taal spreekt. Daarvoor is kennis nodig. Aangezien niet iedereen alle kennis in huis heeft moet er ook een zekere mate van overeenstemming zijn over autoriteit: welke instantie geniet voldoende gezag om onomstreden kennis aan te reiken?
Als schelden en liegen en dreigen normaal worden zijn democratie en recht voorbij. Dan is er alleen nog macht. Dat heeft in de geschiedenis nog nooit tot iets goeds geleid.