Deel drie van Mantels serie over Thomas Cromwell was misschien een tikje minder geweldig dan deel één en twee, maar nog altijd een goed geschreven en grondig geresearchte historische roman. Deel drie gaat vooral over Hendrik VIII en over zijn positie als vorst. Het deed me voortdurend denken aan Donald Trump en dan Cromwell misschien als een soort Roy Cohn. De narcistische heerser die per definitie geen fouten kan maken. De raadgevers die over lijken gaan om hun vorst te bedienen, maar die hoe dan ook zelf in ongenade vallen. Ofwel omdat ze het te goed doen en een heerser niet afhankelijk van een ondergeschikte wil zijn, geen verplichtingen wil hebben jegens iemand. Ofwel omdat hen alle fouten en mislukkingen verweten worden. Het boeiende is dat je in elke zin leest dat het onmogelijk goed af kan lopen, doordat er geen enkele check is op de machtsuitoefening van die ene persoon Henry/Trump, maar dat er toch ook geen uitweg is. Er is geen moment waarop je denkt dat Cromwell zich uit de voeten kan maken, of een andere keuze kan maken zodat hij, en Engeland, beter af zullen zijn.
Het boek begint met de executie van Anna Boleyn en eindigt met de executie van Thomas Cromwell. In de tussenliggende jaren jaagt Cromwell op vermeende vijanden en op bezittingen, allemaal voor zijn koning maar zonder zijn eigen belangen uit het oog te verliezen. Zijn acties zijn uiterst cynisch en hij is een extreem slimme man, maar in zijn eigen hoofd kan hij alles goedpraten. Zowel zijn loyaliteit aan een koning waarvan hij heel goed de karakterzwakheden en de onrechtvaardigheden ziet, als zijn veroordelingen van de kliek rond Anna Boleyn, de Plantagenets, paapsen. Mantel maakt niet hun verraad geloofwaardig maar wel het proces waardoor Cromwell en de zijnen kunnen geloven dat ze verraders waren. Vanuit de eenentwintigste eeuw gezien was er in de verste verte geen sprake van recht, maar het wereldbeeld van zestiende-eeuwers was zó totaal anders dan het onze dat zij echt wel konden menen dat er recht werd gedaan. Dat totale onderwerping aan de koning recht was, dat het gewone volk met recht gemarteld kon worden om informatie en bekentenissen af te dwingen, dat gruwelijke straffen voor ketterij, verraad en overspel recht waren en dat er niks verkeerds aan was om persoonlijke belangen te synchroniseren met staatsbelangen en strafrechtspraak.
Als je licht in het hoofd van een Trump wil schijnen kan een verhaal over Hendrik VIII een goeie spiegel zijn.