Ik geloof nog steeds dat het een kwestie is van gebrekkige educatie. Mensen krijgen niet bijgebracht wat het belang is, ook voor henzelf, van een liberale rechtsstaat. En het - heel erg beperkte - historisch besef staat teveel in een patriottisch teken: we waren winnaars of slachtoffers van kwaaie machten, nooit daders of meelopers.
Daar krijg je democratische verwarring van, de misvatting dat meerderheden gelijk hebben en dat er zoiets zou moeten zijn als 'een volk'. En je krijgt er zwart-wit denken van, denken in termen van goed en kwaad, van wij-zij, van vertrouwd en vals.
Dat geldt kennelijk niet alleen in Nederland, dat gebrek aan burgerschapsopvoeding en zelfreflectie.
Ik begrijp de angst voor verlies, de woede over onrecht, het ongemak over verandering. Maar ik ben dan weer bang voor ons collectieve onvermogen om water bij de wijn te doen en om in gesprek te blijven. Het is de enige manier van samenleven die er is.
zondag 26 mei 2019
dinsdag 21 mei 2019
Jaloers op een ladenblokje
De rampspoed die flexwerken heet blijft niet
tot rijksambtenaren beperkt. Ook een vriend die bij een verzekeraar werkt
verhaalt over flexdwang, clean desk en rondsjouwen met laptops. Maar hij heeft
wel nog een ladeblok. Weemoedig denk ik terug aan mijn ladeblok van vroeger,
waar ik de middelste la van gebruikte als voetenbankje om zo in de ideale
werkhouding stukken te lezen. Waar onderin ruimte was voor hangmappen om keurig
al je taken en projecten te ordenen.
Maar ja, vroeger, dat is
die tijd dat alles beter was. De tijd dat ik een kast vol ordners had staan
zodat ik nooit stukken meerdere keren uit hoefde te printen, en alles waar ik
ooit aan gewerkt had in een handomdraai terug kon vinden. En nog een kast vol
boeken, zodat collega’s geïnspireerd werden tot nieuwe ideeën of op het spoor
konden worden gezet van interessante experts op hun terrein. Een grote plaat
van mijzelf boven Australië aan de muur, wat regelmatig leuke kennismakingsgesprekken
opleverde. Planten in zicht, iets waar mijn apebrein duidelijk grote behoefte
aan heeft.
Dat het tegenwoordig in
onze kantoortuin, kantoorkerkhof eigenlijk, zo afschuwelijk is en zo
inefficiënt en zo creativiteit- en samenwerkingbelemmerend mogelijk, komt door
de combinatie van HNW, besparingen op gebouwen, een productiecultuur waarin met
kennis of inspiratie weinig affiniteit bestaat.
Vroeger was beter. Daar
moesten we vroeger om lachen, zelfs dàt was beter.
maandag 20 mei 2019
Geiger, Unter der Drachenwand
Een boek dat prachtig is omdat het allemaal zo klein, zo niet-dramatisch is, doorsnee, gewoon. Gewoon, maar wel in de oorlog, Gewone mensen, maar wel een Duitse soldaat die zich probeert te drukken voor het front. En allemaal mensen die geboren en getogen zijn in het nazisme.
De ramp die oorlog is wordt juist inleefbaar doordat de plaats van handeling nou juist weg van de oorlog is. Mijn Duits is niet goed genoeg om precies te begrijpen wat al die personages nou naar Mondsee heeft gebracht, maar het is in ieder geval ver weg van welk front dan ook. En toch is alles en iedereen door de oorlog doordrenkt. Iedereen komt voedsel, kleding, zeep tekort, er zijn geen volwassen mannen waar niks mee loos is, gezinnen zijn uit elkaar gevallen en zien elkaar maanden, jaren lang niet. Het totalitaire van regime en oorlog is constant voelbaar, zonder dat er in dit boek rechtstreeks over geschreven wordt.
Ik vind de onderbreking met brieven van een joodse man het boek niet sterker maken, eerder het omgekeerde. Het perspectief van een Weens burger die pas veel te laat vaststelt dat hij niet langer burger is, dat hij moet vluchten, vraagt een ander boek. De overeenkomst met Veit, die ook opeens niks méér wil dan overleven, is ongepast.
Iets minder ongepast is het verhaal van Kurt, de jongen van zestien die naar het front gaat in een kinderlijke overtuiging dat het zo hoort, net op het moment dat de iets oudere Veit van zijn oorlogsgeloof afvalt. Niet alleen door zijn 'zenuwen' en zijn angst om weer naar Rusland te moeten, maar vooral doordat hij door Margot als een uniek en lief mens wordt behandeld. Door liefde.
Er verongelukt nog een meisje, en er wordt nog een oom-politieman vermoord, er worden joden doodgeslagen en een recalcitrante buurman wordt geestelijk kapot gemaakt in de gevangenis. Veel dood en geweld, alsof de schrijver wil laten zien dat de oorlog dat enigszins normaliseert. Misschien ook alleen maar om gebeurtenissen in het verhaal te brengen. Maar de kern, de ontluiking van liefde in een totaal bedorven wereld, is voor mij voldoende om er een prachtig boek van te maken.
De ramp die oorlog is wordt juist inleefbaar doordat de plaats van handeling nou juist weg van de oorlog is. Mijn Duits is niet goed genoeg om precies te begrijpen wat al die personages nou naar Mondsee heeft gebracht, maar het is in ieder geval ver weg van welk front dan ook. En toch is alles en iedereen door de oorlog doordrenkt. Iedereen komt voedsel, kleding, zeep tekort, er zijn geen volwassen mannen waar niks mee loos is, gezinnen zijn uit elkaar gevallen en zien elkaar maanden, jaren lang niet. Het totalitaire van regime en oorlog is constant voelbaar, zonder dat er in dit boek rechtstreeks over geschreven wordt.
Ik vind de onderbreking met brieven van een joodse man het boek niet sterker maken, eerder het omgekeerde. Het perspectief van een Weens burger die pas veel te laat vaststelt dat hij niet langer burger is, dat hij moet vluchten, vraagt een ander boek. De overeenkomst met Veit, die ook opeens niks méér wil dan overleven, is ongepast.
Iets minder ongepast is het verhaal van Kurt, de jongen van zestien die naar het front gaat in een kinderlijke overtuiging dat het zo hoort, net op het moment dat de iets oudere Veit van zijn oorlogsgeloof afvalt. Niet alleen door zijn 'zenuwen' en zijn angst om weer naar Rusland te moeten, maar vooral doordat hij door Margot als een uniek en lief mens wordt behandeld. Door liefde.
Er verongelukt nog een meisje, en er wordt nog een oom-politieman vermoord, er worden joden doodgeslagen en een recalcitrante buurman wordt geestelijk kapot gemaakt in de gevangenis. Veel dood en geweld, alsof de schrijver wil laten zien dat de oorlog dat enigszins normaliseert. Misschien ook alleen maar om gebeurtenissen in het verhaal te brengen. Maar de kern, de ontluiking van liefde in een totaal bedorven wereld, is voor mij voldoende om er een prachtig boek van te maken.
Abonneren op:
Posts (Atom)