Er zijn meerdere redenen waarom je dagelijks een papieren krant moet lezen. Vooral natuurlijk omdat het prettig is, bijna fysiek aangenaam. Alleen al de kleine verrassing van de krant op de deurmat. Ook het omslaan van een pagina is veel spannender dan met vette vingers scrollen over een hard scherm.
Een papieren krant kan veel moeilijker op basis van Big Data-analyses aan mijn voorkeuren en onbewuste keuzes aangepast worden, dan de nieuwsberichten die ik via m'n ip-adres binnenhaal. Het zou misschien in de toekomst wel mogelijk worden, als je tenminste de krantenjongen ook adequaat nudget om het juiste exemplaar in de juiste brievenbus te douwen, maar het lijkt me een ingewikkelde missie. Dus voorlopig vertrouw ik erop dat iedereen met een abonnement een identieke uitgave ontvangt, niet op het laatste moment aangepast aan de wensen van duistere machten die mij met allerlei subliminale boodschappen op willen zadelen.
Wie gewend is om in realtime voortdurend updates te krijgen zal de de tijd niet meer nemen voor beschouwingen. De papieren krant vertraagt de informatiestroom enigszins. Dat helpt. Het helpt om kalm te onderscheiden wat urgent, wat belangrijk en wat interessant is. Het helpt om journalisten toe te staan onderzoek te doen. Het helpt nieuws in context te zien en om rustig te reflecteren over achtergronden en verbanden.
Als ik mijn papieren krant uit heb, zelden op de dag waarop ik 'm ontvang, kan ie onderin de kattebak of om een plantje met kluit dat ik iemand meegeef. Of ik stop 'm bij een vriend zonder abonnement in de bus, zodat hij de cultuurbijlage kan spellen.
zondag 30 september 2018
zondag 16 september 2018
Predictive policing, privacy en preventie
Natuurlijk wordt privacy
op grote schaal geschonden met predictive policing aan de hand van Big Data als
er persoonsgegevens in die Big Data worden gebruikt. En het is ook waar dat
vooroordelen, racisme en seksisme in de algoritmen kunnen worden ingeprogrammeerd,
zodat onterechte discriminatie veel moeilijker te achterhalen valt als er
automatisch verdachten worden geselecteerd. De kwaliteit van de data hangt ook
maar net af van de gevoeligheid van sensoren en de vraag of formulieren
foutloos zijn overgetypt in spreadsheets.
Maar het griezeligste van
Big Data voor criminaliteitspreventie wordt het als het wèl heel effectief is.
Als de algoritmen goed zelflerend zijn, als de data correct zijn, als de
foutmarges heel klein worden. Want als de computer met zekerheden boven de tachtig procent verdachten aanwijst op grond van patronen in de combinatie van
kenmerken en gedrag, moet je er niet aan denken dat iemand toevallig in
hetzelfde patroon valt en ‘toch’ niet
criminele bedoelingen heeft. Zo’n ongelukkige zal zijn onschuld moeten bewijzen,
en hoe bewijs je bedoelingen?
Het probleem is niet Big
Data of preventive policing an sich en het is ook niet het begrijpelijke verlangen
naar preventie. Het probleem is de combinatie, en de gemakzucht van al die
mensen wiens privacy geschonden worden maar die niet door de politie worden
lastiggevallen omdat ze buiten de verdachte patronen vallen, en de combinatie
van preventie met efficiency en bezuinigingen, en de menselijke neiging om
risico’s vooral aan personen te verbinden.
Predictive policing aan
de hand van Big Data op grond van locaties, tijdstippen en gebeurtenissen is
geweldig. Dankzij wetenschappelijk onderzoek, slimme algoritmen en grote
rekenkracht van computers kan gedifferentieerd worden waar en wanneer risico’s
op criminaliteit het grootst zijn. Er zullen meer zakkenrollers op de outlet
van Roermond af komen dan op een kerkdienst in Weert, en misschien wel vooral
op zaterdagmiddag en mogelijk neemt het risico extra toe als er tegelijkertijd
een scoutingfeest wordt georganiseerd aan de Maas, of als het koud winterweer
is. Dat soort patronen zijn goed met Big Data te ontdekken en het is vooral verstandig om de inzet van politiecapaciteit daar op af te stemmen.
Misschien is er wèl veel meer politiecapaciteit nodig dan we gewend zijn, om
zakkenrollers en winkeldieven op heterdaad te betrappen of snel na hun misdrijf
op te pakken.
Als het echter niet meer om
locatie, tijdstip en omstandigheid gaat maar om persoonskenmerk (Roemeen) en
gedrag (met z’n vieren in een auto) worden waarborgen voor een rechtsstaat
direct ondermijnd. Niet alleen het recht op privacy en gelijke behandeling,
maar vooral de onschuldpresumptie en het recht op onbevooroordeeld proces.
De politie pakt mensen
niet strafrechtelijk aan vóórdat ze verdacht worden van het plegen van een
misdrijf. Maar mensen worden wel door politie-agenten staande gehouden, extra
gecontroleerd, hinderlijk gevolgd. Grensbewakers kunnen mensen belemmeren.
Strafrecht is sinds een aantal jaar uitgebreid met strafbaarheid van slechte
bedoelingen. En ondertussen is er geen politiek leider meer die aan het publiek
uitlegt dat uiterlijk, etniciteit of nationaliteit geen redenen kunnen zijn
voor preventieve maatregelen.
Abonneren op:
Posts (Atom)