Een heerlijk boek voor een politicoloog. Powell geeft een
fantastische inkijk in de Blairregering en hij gebruikt Machiavelli op een
interessante manier. Vermoedelijk zijn Britten daar gewoon goed in, het
vertalen van Shakespeare of andere oude meesters naar hedendaagse relaties.
Zoals ze ook bijzonder goed zijn in debatteren, wat Powell verklaart uit hun
parlementaire systeem. Ik vond Machiavelli nogal ver-van-m’n-bed maar Powell
laat zien dat het wel degelijk bijzonder relevant is. Het belangrijkste
literaire minpuntje in het boek is echter ook Machiavelliaans: Powell begint
zeker honderd zinnen met ‘A prudent leader would…’ en dat irriteert enorm. Wat
ook niet jofel is, is de extreme karikatuur die hij van Gordon Brown schetst.
In het begin is het heerlijk gniffelen om de wraakzuchtige roddel, maar op een
gegeven moment geloof ik het gewoon niet meer. Als Brown werkelijk zo’n
ontzettende hork was, was Blair wel een overdreven onderdanige slappe zak dat
hij hem zo totaal niet aankon. De andere kant van de medaille is net iets
minder irritant: Powell is een grote fan van Blair en steekt dat niet onder
stoelen of banken, maar gelukkig wordt het nog net geen hagiografie.
Interessant vind ik de kleine verschillen tussen het VK en
Nederland. Ik kan ons gebrek aan schandalen niet goed verklaren, maar het is
wel bijzonder aangenaam om niet voortdurend geteisterd te worden door
hysterische seks- of zelfverrijkingsschandalen. Is onze pers zoveel beter? Is
onze cultuur zoveel toleranter? Of heeft het iets te maken met het andere
verschil: het veel dualistischer parlementaire systeem? Uit het boek krijg ik
de indruk dat Britse bewindslieden er vooral last van hebben dat ze lid van het
parlement zijn, en het maakt de formatie van een regering een sociaal drama.
Het Britse systeem leidt tot cliëntelisme en spoils verdeling, het Nederlandse
tot technocratie. Na de beschrijving van Powell kies ik enthousiast voor ons
soort platte, stabiele, coalitieregeringen.